columns

Column: De deelnemer centraal

Eindelijk hebben we dan een nieuwe kabinet, een regeerakkoord en een nieuwe bewindspersoon die verantwoordelijk is voor de aanvullende pensioenen. Nimmer is er in een regeerakkoord zoveel tekst gewijd aan de aanvullende pensioenen. Dit en het feit dat pensioenen tot de portefeuille van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) behoren, zijn indicaties dat pensioen een belangrijk dossier is voor dit nieuwe kabinet.

De boodschap in het regeerakkoord is niet verassend. Er is nauw aangesloten bij de teksten die tot op heden door de Sociaal-Economische Raad (SER) zijn geproduceerd. Daarbij past ook de uitgestoken hand van het kabinet in de richting van de sociale partners om samen tot de gewenste aanpassingen van het pensioenstelsel te komen. De nieuwe minister, Wouter Koolmees, staat voor de opgave om sociale partners en de coalitiepartijen allemaal op één lijn te krijgen en te houden op dit uitdagende dossier. We wensen hem veel succes toe in zijn nieuwe functie en kijken uit naar een goede samenwerkingsrelatie met hem.

De tekst in het regeerakkoord over pensioenen omvat 978 woorden. Het woord “deelnemer” komt vier keer voor; veertien keer valt het woord “Kabinet” naast acht keer “SER”. Als u op deze manier teksten van de SER of zelfs die van de Pensioenfederatie aan een onderzoek onderwerpt, zult u waarschijnlijk tot een vergelijkbaar resultaat komen. Je kan soms je twijfels hebben of door de rekensommen, techniek en dogmatiek bij de zoektocht naar een alternatief pensioencontract de deelnemer niet te veel uit beeld verdwijnt.

Toch doen we het allemaal voor die deelnemer en staat deze bij ons wel degelijk scherp op het netvlies. Zo pleiten we al langere tijd om te komen tot lagere btw-lasten voor de pensioenfondsen. Voor meer dan 5 miljoen deelnemers zijn de uitvoeringskosten met 10 tot 17% gestegen! Dit voelen de deelnemers direct in hun pensioenuitkering. Ook willen we dat fondsen makkelijker kunnen fuseren en zo hun streven de uitvoeringskosten laag te houden kunnen realiseren. Op die manier komen de premies voor de deelnemer bij zijn uitkering terecht in plaats van bij de kosten van de uitvoering. Met betrekking tot netto pensioen willen we dat de deelnemer aan een netto pensioenregeling de mogelijkheid heeft om, naast een vaste uitkering, ook een variabele uitkering in te kopen. Bij bedrijfstakpensioenfondsen is dat nu onmogelijk en daarmee wordt de deelnemer een keuzemogelijkheid onthouden. Allemaal dossiers waarvan het belang van de deelnemer direct aanwijsbaar is. Dossiers die nu op het bordje van minister Koolmees liggen en hem de gelegenheid geven op korte termijn leuke dingen voor de deelnemer te doen.

Het is dan ook prachtig dat zijn eerste debat met de Tweede Kamer over pensioenen het wetsvoorstel automatische waardeoverdracht van kleine pensioenaanspraken betreft. Een wetsvoorstel waaraan door Pensioenfederatie, Verbond van verzekeraars en SZW eendrachtig is gewerkt. Dat wetsvoorstel zorgt ervoor dat de deelnemer uiteindelijk een pensioenuitkering krijgt in plaats van dat de voor hem ingebrachte premiegelden hun pensioenbestemming verliezen. In de samenwerking om het wetsvoorstel voor elkaar te krijgen waren uitvoerbaar, haalbaar, uitlegbaar en gericht op de deelnemer de kernbegrippen. Er is pragmatisch te werk gegaan, dogmatische discussies bleven achterwege en waar nodig werd een compromis gesloten. Het eindresultaat mag er straks zijn.

Het zou mooi zijn als we met dezelfde kernbegrippen en dezelfde werkhouding de komende jaren eendrachtig werken aan dat alternatieve pensioencontract. Wij zijn er klaar voor.

Gerard Riemen, directeur Pensioenfederatie