Column Gerard Riemen.JPG

Column: 2019

Het is een goed gebruik om elkaar aan het begin van het nieuwe jaar de beste wensen te geven. Het nieuwe jaar geeft ons het gevoel dat we aan een schone lei beginnen met nieuwe kansen om er het beste van te maken. We gaan stoppen met roken, we gaan meer sporten, gezonder leven, enzovoort.

Voor veel deelnemers en gepensioneerden bij een pensioenfonds is er geen sprake van een schone lei als het gaat om hun pensioen. 2018 was in meerdere opzichten een teleurstellend jaar voor hen. Er kwam geen pensioenakkoord en aan het einde van het jaar zagen veel pensioenfondsen hun dekkingsgraad fors dalen. Veel deelnemers en gepensioneerden hebben het vooruitzicht van mogelijke verlagingen en het uitblijven van indexatie. De startpositie in 2019 geeft alle aanleiding om te veronderstellen dat de pensioensector dit nieuwe jaar wederom voor hete vuren komt te staan.

De vraagstukken waar de politiek, toezichthouders, sociale partners en pensioenfondsen in 2019 mee worden geconfronteerd zijn legio. Wat kan er gebeuren met het vertrouwen in het pensioenstelsel als we in 2020 wel, of juist geen, verlagingen doorvoeren? Waar ligt de prioriteit in 2019? Geven we voorrang aan het op orde brengen van de huidige pensioencontracten of willen we juist zo snel mogelijk door naar een nieuw pensioencontract? Schaffen we zo snel mogelijk de doorsneepremie af en zo ja, hoe betalen we dat dan samen? Wat moeten de nieuwe parameters worden? (In 2019 gaat er weer een commissie van wijze mensen aan de slag om ons dat te vertellen).

De vragen stellen is makkelijker dan ze te beantwoorden. Het is niet zo, zoals na het klappen van het pensioenakkoord door enkele partijen werd gesuggereerd, dat we zonder akkoord met z’n allen machteloos langs de kant staan en moeten toekijken hoe 2019 zich ontwikkelt. De huidige toestand van de pensioenfondsen is het gevolg van gemaakte keuzes door zowel sociale partners, DNB, pensioenfondsbesturen als politiek. Die partijen hebben in 2019 opnieuw de zware verantwoordelijkheid om keuzes te maken. Het spreekt voor zich dat de belangen van deelnemers, toekomstige deelnemers en pensioengerechtigden daarin voor alle partijen leidend zullen zijn. Die belangen lopen niet parallel en dat maakt de keuzes zo lastig.

Het eerste wat er moet gebeuren is samen de voorwaarden creëren die de kans op antwoorden die kunnen rekenen op een breed draagvlak in de samenleving vergroten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het naar elkaar toe uitspreken dat we de verantwoordelijkheid voelen om er samen uit te komen. Dat we bereid zijn om dogma’s los te laten en uit de loopgraven te komen. Dat we erkennen dat het lastige dilemma’s zijn en dat dus geen van de partijen de waarheid in pacht heeft. En tot slot dat we samen een agenda opstellen voor welke vraagstukken we willen oppakken, welke prioriteiten we daarin stellen, en op welke termijn we tot een oplossing willen komen.

De Pensioenfederatie heeft het goede voornemen in 2019 alles te doen wat in haar vermogen ligt om samen antwoorden te geven op de lastige vraagstukken van 2019 en verder. Helemaal niets doen is weliswaar ook een keuze, maar wat ons betreft geen optie.

Gerard Riemen, algemeen directeur Pensioenfederatie