De Pensioenfederatie reageert op SER-rapport over toekomstrichting pensioenstelsel

De Pensioenfederatie verwelkomt het rapport dat de Sociaal Economische Raad (SER) vandaag publiceerde over de toekomstrichting van het Nederlandse pensioenstelsel. Er is veel en goed werk verricht waarop nu kan worden voortgeborduurd. De optie voor individuele pensioenrekeningen met collectief gedeelde risico’s, eerder door de SER als 'interessant, maar onbekend' omschreven, is nu bekend. En nog steeds interessant.

De afgelopen periode heeft de Pensioenfederatie een aantal uitgangspunten geformuleerd, die sturend moeten zijn bij de keuze voor een nieuw pensioencontract. Zo’n contract zou allereerst uitlegbaar en transparant moeten zijn. Daarnaast zijn collectieve risicodeling en solidariteit onmisbare elementen die ook kunnen rekenen op brede steun van deelnemers, zo blijkt uit recent onderzoek van de federatie. Tot slot moet een goede transitie naar een nieuw contract mogelijk zijn, waarbij zorgvuldig moet worden omgegaan met bestaande aanspraken.

Nieuwe omstandigheden
Een nieuwe pensioenvorm moet hoe dan ook in het belang zijn van de deelnemers en passen bij de nieuwe omstandigheden waarin mensen leven. Die bestaan onder meer uit een onrustige wereldwijde economie, een verder stijgende levensverwachting en een snel veranderende arbeidsmarkt. Die omgeving maakt de opgave niet eenvoudig, maar des te urgenter. Het nieuwe pensioen moet ook helpen het vertrouwen in het stelsel te vergroten. Dat betekent dat het nieuwe pensioen een aantal breed levende zorgen moet kunnen wegnemen. Zodat duidelijk is dat er ook straks voor iedereen een goed pensioen is.

Varianten
Aan deze uitgangspunten zijn de al eerder door de SER ontwikkelde en nu verder uitgewerkte varianten door de Pensioenfederatie getoetst. Na die toetsing ziet de federatie twee SER-varianten die nadere uitwerking verdienen. Ze kunnen, op basis van de geformuleerde uitgangspunten, mogelijk dienen als toekomstig alternatief naast het huidige pensioencontract.

  • Variant op basis van persoonlijk pensioenvermogen
    De eerste variant (door de SER 4C genaamd) houdt een wezenlijke aanpassing van het stelsel in. Deze variant gaat niet uit van een toegezegde uitkering, maar van een persoonlijk pensioenvermogen. Deelnemers leggen samen met hun werkgever premie in, en ze zien vervolgens op een persoonlijke pensioenrekening zonneklaar wat er met hun geld gebeurt. Ze zien hun pensioenpot groeien door premie-inleg en door de rendementen die behaald worden. Een essentiële pijler onder het huidige stelsel blijft overeind: de belangrijkste risico’s blijven collectief gedeeld worden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om langleven-risico en beleggingsrisico’s. Door deze risico’s samen te delen voorkomen we dat wie lang leeft zonder geld komt te zitten en voorkomen we pech- en gelukgeneraties door wisselende economische omstandigheden.  

  • Variant op basis van een toegezegde (maar onzekere) uitkering Er is ook nog een variant die (1B genaamd) die lijkt op de huidige uitkeringsovereenkomst, waarbij de doorsneepremie wordt vervangen door een systeem met degressieve opbouw. Daarbij betaalt iedereen dezelfde premie, maar bouwen jonge deelnemers voor dezelfde euro meer pensioen op. Hun ingelegde premie kan immers langer renderen dan bij ouderen het geval is. Verder blijft deze variant uitgaan van een toezegging die kan fluctueren. Cruciaal is wel dat in deze variant de wettelijke zekerheidsmaat vervalt, waardoor de pensioenen per definitie voorwaardelijk worden.

Nog veel vragen te beantwoorden
De SER heeft nog geen definitieve keuze gemaakt, en de pensioenfondsen verenigd in de Pensioenfederatie hebben dat evenmin. Maar de keuze is nu versmald tot twee varianten. De komende tijd gaat de Pensioenfederatie verder onderzoeken welke variant het best aansluit bij de geformuleerde uitgangspunten en wordt gewerkt aan het beantwoorden van de nog openstaande vragen. Die spitsen zich voor een belangrijk deel toe op de kwestie van de transitie. De vraag daarbij is hoe we op een haalbare en eerlijke manier over kunnen stappen van het huidige stelsel naar een nieuwe pensioenvorm. Voor het eind van dit jaar wil de Pensioenfederatie een antwoord op die en andere vragen hebben geformuleerd en een keuze hebben gemaakt voor een van de twee varianten die nu nog op tafel liggen. Dan kan snel worden begonnen met het neerzetten van een alternatief naast de bestaande uitkeringsovereenkomst.

Bijlagen:
Volledige verkenning
Publieksversie
Beschrijving eigenschappen
SER-varianten Analyse subvarianten IV-C

CPB-Notitie Pensioenresultaat bij degresssieve opbouw en progressieve-premie

Bron: de Pensioenfederatie