Pensioenfederatie herkent zich in Voorlichting Raad van State over doorsneesystematiek

Staatssecretaris Klijnsma heeft vrijdag 14 juli de voorlichting van de Raad van State over afschaffing van de huidige doorsneesystematiek zonder begeleidend commentaar aan de Tweede Kamer gestuurd. De voorlichting heeft betrekking op de (Europees) juridische aspecten van een overstap op een doorsneepremie met degressieve pensioenopbouw van aanspraken. De voorlichting beoogt twee vragen te beantwoorden: hoe verhoudt deze keuze zich tot het verbod op leeftijdsdiscriminatie en welke betekenis heeft het afschaffen van de doorsneesystematiek voor de houdbaarheid van de verplichtstelling?  

De Raad oordeelt: ‘Het hangt van de inrichting van het pensioenstelsel als geheel, de overwegingen die daarbij een rol spelen en de verdere uitwerking af, of het met de degressieve opbouw gemaakte leeftijdsonderscheid kan worden gerechtvaardigd. Omdat de Afdeling (van de Raad van State, red.) niet weet hoe het nieuwe pensioenstelsel gaat worden vormgegeven, kan op dit moment nog niet worden beoordeeld of het uiteindelijke voorstel de toetsing aan het verbod op leeftijdsonderscheid zal kunnen doorstaan.’ De Raad van State wijst erop dat bij de motivering van belang is wat dit voorstel doet voor de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt. Hierbij sluit de Raad van State nauw aan bij het onderzoek van de Pensioenfederatie uit november 2016, waarin de Pensioenfederatie erop wijst dat het vinden van een dergelijke onderbouwing een uitdaging voor het kabinet zal zijn.

De Pensioenfederatie is voorstander van een spoedige introductie van het alternatief pensioencontract en stelt vast dat de voorlichting van de Raad van State geen belemmeringen opwerpt. De introductie van het alternatief pensioencontract staat los van de mogelijkheid om in de uitkeringsovereenkomst over te stappen op degressieve pensioenopbouw van aanspraken.

Wat betreft het vraagstuk van de verplichtstelling sluit het advies ‘dat de beoordeling of de sociale functie van het nieuwe stelsel voldoende tot uitdrukking komt om de verplichtstelling te rechtvaardigen, integraal zal moeten plaatsvinden’ aan op de opvatting van de Pensioenfederatie.

De Pensioenfederatie zal de voorlichting van de Raad van State nadrukkelijk betrekken in haar verdere beleidsvorming.

Bron: het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/de Pensioenfederatie/de Raad van State