Kamerbrief over carve-out, verplichte waarschuwingstekst en bewaarplicht

Staatssecretaris Klijnsma heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over een drietal onderwerpen. Het betreft de wettelijke belemmeringen bij een carve-out, de wettelijke waarschuwingstekst voor pensioenuitvoerders die bij de variabele uitkering een spreidingsperiode van meer dan vijf jaar hanteren en de consequenties van een bewaarplicht voor UPO’s.

Bij een 'carve-out' worden de pensioenrechten en pensioenaanspraken van een bepaalde deelgroep bij een pensioenuitvoerder overgedragen naar een andere pensioenuitvoerder. Voorbeelden van deelgroepen zijn gepensioneerden, deelnemers in een specifieke pensioenregeling of deelnemers werkzaam bij een specifieke werkgever. De ontvangende pensioenuitvoerder kan een verzekeraar of een (ander) pensioenfonds zijn en eventueel ook een (andere) collectiviteitkring bij een algemeen pensioenfonds. In de kern is bij een "carve-out' dus sprake van een partiële collectieve waardeoverdracht van een pensioenuitvoerder naar een andere pensioenuitvoerder. Het idee daarbij is dat een carve out (van gepensioneerden) voordelig zou kunnen zijn voor zowel de gepensioneerden als de achterblijvende actieve en gewezen deelnemers. Dit omdat het beleggingsbeleid beter toegespitst kan worden op de risicopreferenties van de deelnemersgroepen die uiteen worden gehaald.

De Pensioenfederatie is het met de staatssecretaris eens dat de discussie over de wenselijkheid van het wegnemen van de mogelijke wettelijke belemmeringen voor een carve out van gepensioneerden en van het nader invullen van het kader ter beoordeling van evenwichtige belangenbehartiging moet worden gevoerd in het kader van een bredere hervorming van het pensioenstelsel.

Bijlage: brief van DNB over carve out


Bron: Pensioenfederatie, Ministerie van SZW, De Nederlandsche Bank