Btw: een level playing field voor álle pensioenfondsen binnen Europa

In de meeste lidstaten zijn pensioenfondsen vrijgesteld van btw-heffing. In Nederland moeten veel pensioenfondsen btw afdragen over de aan hen geleverde beheerdiensten. Kennelijk interpreteren lidstaten dezelfde (Europese) btw-richtlijn op een andere manier. Daardoor is een ongelijk speelveld ontstaan voor pensioenfondsen binnen Europa.

De Nederlandse overheid blijkt veel strenger dan andere lidstaten. Dat is vreemd omdat juist in Nederland vaak het beleggingsrisico bij de deelnemers ligt. Alle premie is belegd en veel werkgevers garanderen de jaarlijkse premies en dragen geen andere lasten meer. Deze ontwikkeling die sinds het begin van deze eeuw op gang kwam weegt de Nederlandse overheid ten onrechte niet mee.

De huidige btw-richtlijn (1977) geeft lidstaten de mogelijkheid een btw-vrijstelling te verlenen voor beheerdiensten aan zogenoemde ‘special investment funds’. In de meeste lidstaten worden pensioenfondsen als zodanig aangemerkt. De Nederlandse overheid kiest ervoor, vanuit budgettaire overwegingen, om diensten aan pensioenfondsen wél te belasten. Dit gebeurt op basis van de tekst van de btw-richtlijn en (Europese) jurisprudentie, zegt de overheid. Dit terwijl het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat, als binnen een bepaalde pensioenregeling de deelnemers beleggingsrisico dragen, een vrijstelling gerechtvaardigd is. Ligt het beleggingsrisico echter bij de werkgever, dan hoeft geen vrijstelling te worden verleend.

Waar in vroegere tijden je het onderscheid kon maken tussen Defined Benefit (DB) regelingen als regelingen waar het risico bij de werkgever ligt en Defined Contribution (DC) regelingen waar het risico bij de deelnemer ligt, hebben we in Nederland als geen ander land gemerkt dat dat onderscheid niet meer opgaat. De deelnemers in regelingen die worden gekwalificeerd als uitkeringsovereenkomsten dragen wel degelijk beleggingsrisico’s in de vorm van het achterwege blijven van indexaties, het korten op de aanspraken en uitkeringen en het verlagen van het opbouwpercentage. Toch worden deze regelingen door de Nederlandse overheid niet vrijgesteld van btw omdat ze als DB worden gekwalificeerd.

De Pensioenfederatie vindt deze situatie onduidelijk en onwenselijk. Onduidelijk omdat elke lidstaat de regels anders toepast en onwenselijk omdat btw-uitgaven ten koste gaan van een zo goed mogelijk pensioen voor de deelnemers. Daarom roept de Pensioenfederatie – samen met de Europese koepelorganisaties AEIP en PensionsEurope – de Europese Commissie op de bestaande btw-richtlijn aan te passen en te zorgen voor duidelijke, non-discriminatoire en up-to-date regels voor álle Europese pensioenfondsen. Het gezamenlijke position paper van de Europese pensioenfondsen en sociale partners waarin om een politieke oplossing van onduidelijke regels met ongewenste uitkomsten wordt gevraagd vindt u hier.

Bron: Pensioenfederatie