Cruciale vragen over btw lasten opnieuw niet beantwoord

Staatssecretaris Snel van het ministerie van Financiën heeft schriftelijke vragen van de Tweede Kamer die dateren van 8 november 2018 beantwoord. Althans een deel daarvan. De meest cruciale vragen over het risicodragerschap blijven vooralsnog namelijk onbeantwoord.

Bij het kunnen verlenen van een btw-vrijstelling staat de vraag centraal wie de risico’s loopt. Als dat de deelnemers zijn, zou een pensioenfonds op basis van de zogenoemde ATP-voorwaarden een vrijstelling voor btw over beheerdiensten moeten krijgen. De Pensioenfederatie vindt dat btw-lasten die de deelnemers en gepensioneerden miljoenen euro's per jaar kosten zo veel mogelijk beperkt moeten worden. De Kamer heeft in het kader van risicodragerschap onder meer de vraag gesteld wie bij een beroepspensioenfonds de risico’s loopt. Een beroepspensioenfonds bestaat per definitie enkel uit het collectief van deelnemers. In een dergelijk fonds is er per definitie geen andere partij dan de beroepsgenoot die het risico draagt. Er is immers geen werkgever. Maar ook als er werkgevers betrokken zijn bij het pensioenfonds is het zeer de vraag wie de risico’s loopt. De staatssecretaris wijst voortdurend op een uitspraak van de Hoge Raad van 9 december 2016 die geen ruimte zou bieden voor een vrijstelling. De Pensioenfederatie ziet nog graag beargumenteerd waarom die ruimte er niet is. De Pensioenfederatie heeft geen inhoudelijke reactie gekregen op een brief uit mei 2018 waarnaar de Kamer verwijst en waarin juridisch wordt onderbouwd waarom een vrijstelling wel degelijk mogelijk is bij veel pensioenregelingen. Pensioendeelnemers zijn de dupe van het gebrek aan dialoog over dit onderwerp.

Bron: ministerie van Financiën / Pensioenfederatie