AOW-overbrugging niet mogelijk in combinatie met bedrag ineens

De Pensioenfederatie is verbaasd dat ondanks het aandringen van de Tweede Kamer op het mogelijk maken van het AOW-overbruggingspensioen in combinatie met het bedrag ineens dit niet mogelijk wordt gemaakt met een Nota van wijziging.

De Pensioenfederatie vindt het verstandig dat het kabinet de mogelijkheden begrenst om veel flexibiliseringsopties te combineren. Stapeling zou ertoe kunnen leiden dat mensen een te lage levenslange uitkering overhouden, maar….

… vervroegen zonder AOW-overbrugging is vrijwel onmogelijk
De combinatie met een AOW-overbrugging achten wij echter wel noodzakelijk, te meer omdat mensen de overbrugging vaak nodig hebben om vervroegd uit te kunnen treden. Het is in die zin dus geen specifieke keuze voor een AOW-overbrugging. Zeker voor de lagere inkomens geldt dat zij zonder AOW-overbrugging eigenlijk niet goed kunnen vervroegen en dat het verbod op deze combinatie dus veel deelnemers zal uitsluiten van het gebruik van het bedrag ineens. Een groot deel van de huidige gepensioneerden dat eerder met (deeltijd)pensioen gaat moet een AOW-overbrugging treffen om een onverwacht AOW-gat te dichten met hun aanvullend pensioen. Het lukt hen namelijk niet om door te werken tot de verhoogde AOW-leeftijd.

… en in de praktijk wordt het een keuze voor AOW-overbrugging i.p.v. bedrag ineens
Dat betekent dat heel veel deelnemers voor de afweging komen te staan of gebruik te maken van een AOW-overbrugging of de opname van het bedrag ineens. Grote groepen deelnemers die de AOW-overbrugging nodig hebben voor een eerdere uittreeddatum wordt het wettelijk recht op het bedrag ineens onthouden. Dit lijkt strijdig met de geest van het wetsvoorstel waar RVU en verlofsparen ook onderdeel van uitmaken (waarbij vervroegd uittreden makkelijker wordt gemaakt). Bovendien is het op basis van de huidige wetgeving wél mogelijk om een maximaal AOW-overbruggingspensioen van twee maal de AOW-uitkering voor gehuwden, inclusief vakantietoeslag, te combineren met een hoog-laagconstructie (met de verhouding tussen hoog en laag op maximaal 100 staat tot 75).

Bron: ministerie van SZW / Pensioenfederatie