Notaoverleg initiatiefnota Omtzigt over gevolgen ECB-beleid voor pensioenfondsen

Pieter Omtzigt (CDA) is op maandag 13 februari  in overleg getreden met zijn collega’s van de Tweede Kamer. Op de agenda stond zijn initiatiefnota over het monetair beleid van de ECB en de nadelige gevolgen voor de Nederlandse pensioenfondsen. Minister Dijsselbloem van Financiën was daarbij ook aanwezig. De minister had maandag de rol  van adviseur. Bij een dergelijk overleg is de initiatiefnemer degene die de nota toelicht en verdedigt.  Omtzigt heeft een veelheid aan vragen over de initiatiefnota en achterliggende berekeningen beantwoord. Hij heeft al langere tijd grote zorgen over de effecten van het opkoopprogramma (quantative easing, ook wel QE) van de Europese Centrale Bank. In zijn initiatiefnota worden die effecten uiteen gezet en doet Omtzigt meerdere aanbevelingen aan het kabinet.

Omtzigt geeft aan de onafhankelijkheid van de ECB te respecteren. Wel wil hij dat de ECB gecontroleerd kan worden op het uitvoeren van een mandaat en het handelen daarbuiten. Hij is het niet eens met het kabinet dat jurisprudentie over het al dan niet handelen binnen het mandaat door de ECB voldoende houvast biedt. Toetsing van het mandaat is volgens hem bij QE anders dan in de zaak ‘Gauweiler’. In tegenstelling tot bij die zaak is QE ongeconditioneerd. Bovendien ontstaat er volgens Omtzigt nu een ongelijk speelveld bij herfinanciering. Volgens hem leidt QE tot staatssteun. De ECB mag niet op de zogenoemde primaire markt actief zijn, maar het handelen van de ECB leidt er volgens Pieter toe dat dit de facto wel gebeurt. Omtzigt erkent dat QE niet de enige reden is van lage rente. Hij geeft wel aan dat het opkoopprogramma buiten proportioneel is. Zeker nu het gevaar van deflatie is geweken.

Minister Dijsselbloem heeft de kabinetsreactie nogmaals toegelicht en wil de aanbevelingen uit de nota niet overnemen. Het opkoopprogramma brengt plussen en minnen met zich mee. Per saldo denkt de minister wel dat QE negatief uitpakt voor pensioenfondsen. Dat neemt niet weg dat het kabinet wil wegblijven van zaken die als aantasting van de onafhankelijkheid van de ECB gezien kunnen worden. De minister heeft tijdens het debat wel een kabinetsreactie toegezegd op het onderzoek van het CPB en DNB naar de gevolgen van een langdurige lage rente. Dit onderzoek vindt plaats naar aanleiding van de motie Schouten c.s. Het onderzoek en de kabinetsreactie worden in het voorjaar verwacht.  

Zowel Omtzigt als minister Dijsselbloem hebben zich tijdens het debat fel verzet tegen het idee dat een overstap op individuele pensioenpotjes de oplossing zouden zijn voor de lage renteomgeving. Risico’s voor de deelnemer nemen daarmee volgens de minister eerder toe dan af.

Kamerlid Ronnes heeft een drietal moties ingediend n.a.v. het debat, waarin om nadere analyses wordt gevraagd t.a.v. het ECB-beleid. Henk Krol heeft ook een motie ingediend. De minister heeft alle moties ontraden. De stemmingen over de moties vinden plaats op 21 februari.

Bijlagen:

Motie Kamerlid Krol Generatie effecten

Motie Kamerlid Ronnes  Juridische Analyse I

Motie Kamerlid Ronnes toetsing Verdrag van Maastricht 

Motie Kamerlid Ronnes Juridische Analyse II