Column: Individueel bezwaar? Dat betekent wel minder pensioen

Het is een thema dat in de discussie rondom de nieuwe Wet toekomst pensioenen een belangrijke rol speelt: het individueel bezwaarrecht. Kort geformuleerd: de mogelijkheid om als individu te kunnen beslissen dat jouw pensioen niet onder het nieuwe stelsel valt.

Dit is een belangrijk thema, want het recht om een persoonlijke keuze te maken is in Nederland een groot goed, dat in veel gevallen door de wetgever wordt beschermd. Je mag als burger kiezen waar je wilt wonen, hoe je je werkzame leven inricht, met wie je wilt trouwen, op welke partij je stemt, waar je je geld aan uitgeeft en waar je je spaargeld in belegt.

Toch wordt in de nieuwe pensioenwet dat recht op een individuele beslissing beperkt. Als de wet wordt aangenomen, moet je als deelnemer je pensioenfonds volgen als dit besluit om over te stappen naar het nieuwe stelsel. Iets wat naar verwachting veel fondsen zullen doen.

Deze beperking van het individueel bezwaarrecht leidt tot de nodige kritiek. ‘Het betekent dat het politieke belang prevaleert boven het beschermen van het individu,’ aldus een beleggingsexpert onlangs in De Telegraaf. Een hoogleraar sprak zelfs van ‘witwassen’, omdat er ‘geen beroep kan worden gedaan op afspraken uit het verleden.’

Laat ik vooropstellen dat ik deze bezwaren begrijp. Zoals ik al aangaf, is het recht om een individuele keuze te maken een groot goed. Maar je moet per geval wel afwegen wat het zwaarste weegt. Keuzevrijheid kent zijn grenzen, en dat heeft te maken met de schade die jouw beslissing kan opleveren voor anderen. Om die reden is discriminatie in Nederland verboden, evenals het oproepen tot geweld. Ook mogen wij (anders dan in de Verenigde Staten) niet de individuele keuze maken om een vuurwapen bij ons te hebben. Het uitgangspunt bij dit alles: jouw keuze mag anderen niet teveel benadelen.

Datzelfde speelt ook bij het schrappen van het individueel bezwaarrecht in de nieuwe pensioenwet. Natuurlijk is dit minder heftig dan discriminatie of vuurwapens, maar het idee is hetzelfde. Een bezwaarrecht benadeelt namelijk andere deelnemers.

Hoe dat zit? Even kort: twee pensioenstelsels in de lucht houden is peperduur. Twee verschillende vormen van administratie, twee ict-systemen, twee typen klachtenafhandeling, een twee keer zo grote kans op fouten, twee keer zoveel regels en afspraken, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het gevolg: minder geld om te beleggen, want een euro kun je helaas niet twee keer uitgeven. Dus een minder hoog rendement. En dus een lager pensioen.

Hoeveel lager? Het is lastig om een exact bedrag te noemen, want dat hangt uiteraard van veel factoren af. Maar een vuistregel (van de AFM) kan ik wel geven. Bij 0,25 procentpunt hogere kosten krijgt je over 40 jaar 7,5 procent minder pensioen. Een fors bedrag. Daar kun je maar lastig tegenop indexeren.

Het klinkt dus mooi, pleiten voor een individueel bezwaarrecht, maar als je de consequenties doordenkt, dan heeft het toch veel nadelen. Daarom denk ik dat het, alles afwegende, een goed besluit is om dat recht in dit geval te beperken.

Ger Jaarsma
Voorzitter Pensioenfederatie