(On)zelfstandig?

Bevroren, dus een dode letter; dat is een wet zonder handhaving. Acht jaar lang was de wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties) precies dat. Die wet moest zorgen voor duidelijk onderscheid tussen echte zzp’ers en schijnzelfstandigen. Maar de wet DBA leverde zoveel problemen op dat de wetgever de handhaving door de Belastingdienst stil legde.

De verantwoordelijkheid kwam bij zelfstandigen en hun opdrachtgevers zelf te liggen. Het gevolg? Steeds meer zelfstandigen die eigenlijk werken als een werknemer. U ziet het om u heen: mensen die in dezelfde bedrijfskleding rondlopen, laptop van de zaak krijgen, ingeroosterd worden en precies hetzelfde werk doen als de collega’s in loondienst.

Per 1 januari 2025 komt er een einde aan deze constructies. De Belastingdienst gaat de Wet DBA weer handhaven. Als iemand straks door de Belastingdienst wordt bestempeld als schijnzelfstandige, dan was hij eigenlijk ‘gewoon’ werknemer. Dus met alle bijbehorende rechten en plichten. Er moeten dan sociale premies en loonbelasting afgedragen worden, vanaf 1 januari. Dat is best wonderlijk, want naar de afgelopen acht jaar kijkt de Belastingdienst niet, als handhaver van de wet DBA. Geen terugwerkende kracht dus. Heel fijn voor de schijnzelfstandige en diens opdrachtgever.

Pensioenrechten
Maar, heel anders gaat het met pensioenrechten en -plichten. Als de wetgever niets regelt, dan moeten pensioenfondsen wél met terugwerkende kracht de pensioenpremies ophalen. Want die schijnzelfstandige werd werknemer vanaf het moment dat de arbeidsrelatie met de ‘opdrachtgever’ begon. Dat geeft hem dus recht op pensioen, ook als de premie (nog) niet is afgedragen.

‘Maar wie betaalt daar dan voor?’ hoor ik u vragen. Grote kans dat het de werknemers in diezelfde sector zijn, die al die tijd keurig hun premies hebben ingelegd bij het pensioenfonds. Zij betalen straks het ‘gratis’ pensioen van een schijnzelfstandige. En dat is voor hen een hele zure appel.

Pensioenfondsen
Als de voorzichtige voorspelling uitkomt dat er minimaal 200.000 schijnzelfstandigen zijn, dan hebben we het over maar liefst 1,3 miljard euro aan premie. Als het zover komt, dan innen pensioenfondsen die premies alsnog bij werkgevers. Dat levert heel veel extra kosten, administratie, veel emotie en gedoe op.

Het zou natuurlijk veel fatsoenlijker zijn als de wetgever deze oneerlijke situatie niet laat ontstaan. Laat collega’s niet opdraaien voor het pensioen van schijnzelfstandigen. Pak als overheid je verantwoordelijkheid en regel dit goed aan de voorkant. Voorkom dat dit nog jaren sleept.

Wat gaat er nu gebeuren? In de komende maanden gaan we het zien. De Raad van State geeft advies, daarna is het aan de politiek. Hopelijk heeft de wetgever geen dovemansoren en beginnen deze nieuwe werknemers met een schone lei bij hun pensioenfonds.

Gepubliceerd in het Friesch Dagblad van 28 augustus 2024