Wijziging toetsingskaders voorkomt veelvuldige aanpassing verplichtstellingen bij stijging pensioenleeftijd

Vandaag zijn in de Staatscourant wijzigingen gepubliceerd in de toetsingskaders voor de Wet Bpf 2000 en voor de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

De wijzigingen zijn doorgevoerd op verzoek van de Pensioenfederatie en hebben tot doel te voorkomen dat verplichtstellingen telkens moeten worden aangepast als de fiscale pensioenrichtleeftijd of de AOW-leeftijd verder stijgt. Met het nieuwe toetsingskader werken alle verdere stijgingen in de fiscale pensioenrichtleeftijd of de AOW-leeftijd automatisch door in de verplichtstelling.

Per 1 januari 2018 stijgt de fiscale pensioenrichtleeftijd van 67 jaar naar 68 jaar. Dit betekent dat veel pensioenfondsen hun pensioenregeling moeten aanpassen om binnen het nieuwe fiscale kader te blijven. Dit kan voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen (Bpf) en beroepspensioenfondsen betekenen dat zij ook hun verplichtstelling moeten aanpassen, als er sprake is van een wijziging in de datum waarop de verplichte deelname eindigt. Het wijzigen van de verplichtstelling is een bewerkelijk traject, dat ruim voor de gewenste wijzigingsdatum in gang gezet moet worden. Ook moet de representativiteit opnieuw worden aangetoond. Omdat wij het niet wenselijk vinden dat bij iedere verdere stijging van de fiscale pensioenrichtleeftijd opnieuw een wijziging van de verplichtstelling moet volgen, zijn wij daarover in overleg gegaan met het ministerie van SZW, de Stichting van de Arbeid (StvdA) en het Verbond van Verzekeraars.

Wijziging van de toetsingskaders

De wijziging betreft de nu opgenomen verplichting om bij verwijzing naar een wet deze wet te fixeren op een bepaalde datum. Deze verplichting om te fixeren wordt nu losgelaten voor de vermelding van de eindleeftijd van verplichte deelneming. Hierdoor wordt het mogelijk om de einddatum van de verplichtstelling te koppelen aan de pensioenrichtleeftijd zoals opgenomen in artikel 18 a van de Wet op de loonbelasting of de pensioengerechtigde leeftijd zoals die volgt uit artikel 7a van de AOW. Alle verdere stijgingen in de fiscale pensioenrichtleeftijd of de AOW-leeftijd werken dan automatisch door in de verplichtstelling.

Advies

Wij adviseren pensioenfondsen die een wijzigingsverzoek indienen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de aanvraag duidelijk te vermelden dat de wijziging uitsluitend betrekking heeft op het aanpassen van de einddatum van de verplichtstelling (indien dit de enige wijziging betreft). In dat geval kan de aanvraag sneller worden afgehandeld.

Bron: Staatscourant/Pensioenfederatie