Reactie Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars op amvb waardeoverdracht klein pensioen

De Pensioenfederatie heeft samen met het Verbond van Verzekeraars gereageerd op de internetconsultatie voor de algemene maatregel van bestuur (amvb) waardeoverdracht klein pensioen. Reden voor een gezamenlijke reactie is dat een goede uitwerking van het proces van de waardeoverdracht van kleine pensioenen een sectorbreed belang is. In mei van dit jaar is daarom een gezamenlijke koepelwerkgroep Waardeoverdracht klein pensioen opgericht. Deze werkgroep houdt zich onder meer bezig met de inrichting van het structurele proces van de automatische overdrachten. De concept amvb leidt voor de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars tot een drietal zorgpunten.

Waardeoverdracht nieuw klein pensioen
Beide pensioenkoepels onderschrijven het belang van het behoud van de pensioenbestemming van kleine pensioenen en onderkennen dat het voorstel van een recht voor pensioenuitvoerders tot automatische waardeoverdracht hieraan een belangrijke bijdrage kan leveren. Voorkomen dient te worden dat mensen na hun werkzame leven (onverwachts) worden geconfronteerd met een forse inkomensdaling. Vele kleine pensioenen kunnen gezamenlijk tot een adequaat pensioen leiden.

Alles staat of valt echter met de eenvoud van het proces. Om ervoor te zorgen dat pensioenuitvoerders ook echt van het recht gebruik gaan maken , dan is het van belang dat het proces zo eenvoudig mogelijk wordt ingericht en onnodige kosten worden voorkomen. Op het vlak van eenvoud en het voorkomen van onnodige kosten is er nog winst te behalen bij de invulling van de amvb.

Waardeoverdracht bestaand klein pensioen
De pensioenkoepels zijn overwegend positief over het feit dat gehoor is gegeven aan de eerder door hen gedane oproep om automatische waardeoverdracht ook mogelijk te maken voor reeds bestaande kleine pensioenaanspraken, die voor de inwerkingtreding van de wet (zijn) ontstaan.

Voor beide pensioenkoepels geldt als uitgangspunt dat een opschoningsactie over het verleden wel beheerst en gefaseerd moet plaatsvinden. Daarbij gelden twee uitgangspunten:

-      de overdracht van de bestaande kleine aanspraken mag het proces van de reguliere overdrachten van nieuwe kleine aanspraken niet verstoren; én

-      de opschoning van het verleden mag niet tot overbelasting van het Pensioenregister, noch van ontvangende pensioenuitvoerders leiden. Ook is het van belang te bewaken dat werkgevers met verzekerde regelingen niet ineens met grote bijbetalingslasten worden geconfronteerd.

De amvb waarborgt deze uitgangspunten naar onze mening nog onvoldoende.

Inwerkingtredingsdatum Wet waardeoverdracht klein pensioen
Een belangrijk zorgpunt is de knip die in het wetsvoorstel en de amvb gemaakt wordt tussen bestaande en nieuwe kleine pensioenen. Het belangrijkste verschil tussen beide groepen is dat de tussentijdse afkoopmogelijkheid voor bestaande kleine pensioenen blijft bestaan en voor nieuwe kleine pensioenen komt te vervallen. In het wetsvoorstel wordt de knip tussen beide groepen gelegd op twee jaar voor inwerkingtreding van de wet. Echter, deelnemers hebben vaak al informatie gekregen van hun pensioenuitvoerders over afkoop. Deze informatie zou dan herroepen moeten worden. Dat leidt tot verwarring en klachten bij deelnemers en brengt onnodige extra uitvoeringslasten en kosten voor pensioenuitvoerders met zich mee. De Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars pleiten er daarom voor de grens tussen bestaande en nieuwe kleine pensioenen gelijk te laten lopen met de inwerkingtreding van de bepalingen over automatische waardeoverdracht.  

Om pensioenuitvoerders in staat te stellen hun administratieve systemen en de communicatie met deelnemers klaar te maken voor het proces van automatische waardeoverdracht, is een termijn van 1 jaar nodig. Daarom pleiten wij ervoor de bepalingen over de automatische waardeoverdracht niet voor 1 januari 2019 in werking te laten treden.

De volledige reactie van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars op de consultatie vindt u hier.