Reactie Pensioenfederatie op implementatiewet IORP II-richtlijn

Op 13 januari 2017 is de herziene IORP-richtlijn in werking getreden. Vanaf die datum hebben EU-lidstaten 2 jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.

Minister Koolmees (SZW) heeft op 13 april de implementatiewet van de herziene IORP-richtlijn aangeboden aan de Tweede Kamer tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht. Hieronder geven wij een eerste inhoudelijke reactie op de implementatiewet.

Ruimte bij het inrichten van sleutelfuncties, geen directe relatie met three-lines-of-defence model
De implementatiewet maakt duidelijk dat de wetgever ruimte biedt aan pensioenfondsen om de voorschriften rond de drie sleutelfuncties, risicobeheer, actuariaat en interne audit, fonds-specifiek in te richten. Dat er ruimte bestaat voor het inrichten van de sleutelfuncties waarderen wij positief. Waar in de markt eerder nog geluiden te horen waren dat deze sleutelfuncties gekoppeld zouden moeten worden aan het zogeheten ‘three-lines-of-defense-model’ blijkt uit de implementatiewet dat dit niet het geval is. De Nederlandsche Bank (DNB) en de Pensioenfederatie hebben eerder in een gezamenlijk overleg gesproken over de vormgeving van het bestuursmodel en de sleutelfuncties in relatie tot het ‘three-lines-of-defense-model’. DNB heeft aangegeven na publicatie van de implementatiewet met de Pensioenfederatie in gesprek te gaan over welk verband zij ziet tussen de sleutelfuncties uit de IORP-richtlijn. Voor de Pensioenfederatie is belangrijk dat pensioenfondsen de ruimte houden voor eigen, weloverwogen keuzes en zo een passend model kunnen neerzetten.

Aandachtspunt: uitbesteding sleutelfuncties
Er bestaat ruimte voor het inrichten van sleutelfuncties. Een aandachtspunt hierbij is dat uitbesteding van de sleutelfuncties volgens de memorie van toelichting zorgvuldig moet plaatsvinden. De inschatting van de Pensioenfederatie is dat veel besturen zullen nadenken over een commissie of het onderbrengen bij een bestuurder die daarover dan niet alleen aan het bestuur rapporteert maar ook aan het intern toezicht. Als een pensioenfonds een sleutelfunctie wil uitbesteden, zal steeds per situatie moeten worden beoordeeld of uitbesteding mogelijk is aan de hand van het kader zoals (na implementatie van de richtlijn) dat is neergelegd in artikel 12 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wvb.

Een ander aandachtspunt is of er straks voldoende implementatietijd wordt gegeven voor de inrichting van de verschillende sleutelfuncties. De combinatie van de wet en de lagere regelgeving is belangrijk.

IORP II leidt tot extra informatieverplichtingen
IORP II leidt tot extra informatie op het UPO. Van de extra informatieverplichtingen heeft met name de weergave van het bereikbaar pensioen met scenario’s veel impact. Met betrekking tot het opnemen van de scenario’s wordt er in het wetsvoorstel een link gelegd met de Uniforme Rekenmethodiek. De Pensioenfederatie is met SZW in overleg om de weergave in scenario’s, anders dan de overige extra informatie, pas op te nemen op het UPO 2020. Dit omdat de precieze uitwerking van de Uniforme Rekenmethodiek nog niet bekend is en het inregelen van scenario’s op het UPO veel tijd kost.

Gelaagde informatie moet uitgangspunt blijven
Uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel volgt verder dat gelaagde informatieverstrekking niet is toegestaan indien het UPO schriftelijk wordt verstrekt. Dit sluit echter onvoldoende aan op de Nederlandse praktijk. Als gelaagde en daarmee beknopte informatieverstrekking op het UPO niet meer mogelijk is, heeft dit een negatieve invloed op de begrijpelijkheid en leesbaarheid van het UPO. Wij hechten eraan dat bij de implementatie van de IORP II-richtlijn wordt voortgebouwd op de uitgangspunten van de wet Pensioencommunicatie. Naar onze mening geeft de IORP II-richtlijn daar voldoende ruimte voor. We zullen deze visie ook aan de Tweede Kamer kenbaar maken.

Informatieverstrekking aan gewezen deelnemers is aandachtspunt i.v.m. lastenverzwaring
De oplossing die in de implementatiewet wordt geboden voor de jaarlijkse informatieverstrekking aan gewezen deelnemers, lijkt tegemoet te komen aan de wens lastenverzwaring te voorkomen. Deze informatie dient eenmaal per vijf jaar actief te worden aangeboden en mag de overige vier jaar op de website van het fonds worden vermeld. De Pensioenfederatie gaat nog na of dit voorstel voldoende tegemoet komt aan het voorkomen van de gevreesde lastenverzwaring. 

Pensioenfederatie pleit voor voldoende implementatietijd
Tot slot merken wij op dat de implementatietermijn van IORP-II voor de pensioenfondsen erg krap is. SZW stuurt aan op een inwerkingtredingsdatum van de implementatiewet van 1 januari 2019. De benodigde algemene maatregel van bestuur zal niet voor de zomer bekend zijn. Waarschijnlijk zal pas laat in het vierde kwartaal van 2018 volstrekt helder zijn wat de wet en regelgeving definitief is geworden. Voor een gedegen implementatie van de richtlijn bij de fondsen is dit te laat.

Bron: Pensioenfederatie