Dekkingsgraden grote fondsen omlaag door slecht laatste kwartaal 2018

De financiële positie van veel pensioenfondsen is in het vierde kwartaal van 2018 fors verslechterd. Door lagere rente en negatieve beleggingsopbrengsten is de actuele dekkingsgraad per 31 december 2018 bij vier van de vijf grootste bedrijfstakpensioenfondsen gedaald tot onder de 100 procent.

De opgaande lijn gedurende de eerste drie kwartalen van 2018 is daarmee volledig tenietgedaan. Het risico op een verlaging vanaf 2020 wordt voor de deelnemers van een aantal pensioenfondsen een steeds realistischer scenario. Het beleggingsrendement in het laatste kwartaal van 2018 was bij een aantal fondsen dermate negatief dat ook de beleggingsrendementen over heel 2018 uiteindelijk in de min eindigden. Ook voor pensioenfondsen die er beter voor staan – en dat zijn er veel - was 2018 veelal een slecht beleggingsjaar.   

Bij een dekkingsgraad van 100 procent heeft een pensioenfonds precies genoeg vermogen om aan alle huidige en toekomstige verplichtingen aan deelnemers en gepensioneerden te voldoen. De toezichtregels vereisen dat de dekkingsgraad twaalf maanden achtereen gemiddeld uitkomt op minimaal circa 104,3 procent, dus inclusief een kleine buffer. Die twaalf maands-gemiddelde dekkingsgraad wordt beleidsdekkingsgraad genoemd. Bij vier van de vijf grootste bedrijfstakpensioenfondsen bleef de beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018, met uitkomsten tussen 101 en 104 procent, onder het vereiste minimum. Positieve uitzondering was het bedrijfstakpensioenfonds voor de bouw. Heeft een pensioenfonds aan het eind van vijf achtereenvolgende jaren steeds een beleidsdekkingsgraad lager dan 104,3 procent, dan moet het aan het eind van die vijf jaar-periode de pensioenen en de opbouw ervan verlagen. Komt de beleidsdekkingsgraad aan het eind van enig jaar boven de 104,3 procent, dan gaat de vijf jaar-periode opnieuw in. Het fonds mag een verlaging desgewenst ‘uitsmeren’ over maximaal 10 jaar.

Bron: Pensioenfederatie