Toetsing op geschiktheid sleutelfunctiehouders: voortdurend schuivend en strakker toezichtkader

Sleutelfunctiehouders moeten geschikt zijn: daarover geen misverstand. Pensioenfondsen zijn hiervoor primair verantwoordelijk. DNB kan toetsen indien zij daartoe aanleiding ziet.

Op 23 januari jl. plaatste DNB twee nieuwsberichten:

  • In het eerste nieuwsbericht meldt DNB dat middelgrote en kleinere pensioenfondsen (T1 en T2 fondsen) voor 1 mei 2020 het definitieve voorstel voor de inrichting van de sleutelfuncties moeten aanleveren. De kandidaat-sleutelfunctiehouders dienen vervolgens uiterlijk 1 september 2020 door pensioenfondsen bij DNB te zijn aangemeld. Aanmelding van kandidaat-sleutelfunctiehouders is, zo schrijft DNB, alleen mogelijk nadat DNB een positief oordeel heeft gegeven over de inrichting van de sleutelfuncties.
  • Het tweede nieuwsbericht gaat in op het 'dossier' van kandidaat-sleutelfunctiehouders. DNB geeft aan wat zij als een diepgaand, specifiek en expliciet dossier ziet en wat pensioenfondsen voor een efficiënt toetsingsproces bij aanmelding van een kandidaat sleutelfunctiehouder dienen aan te leveren.

In een statement geeft de Pensioenfederatie haar visie op deze nieuwsberichten. De Pensioenfederatie kiest voor een statement, omdat bij websiteberichten het risico bestaat dat, mede gezien de gefragmenteerde guidelines van DNB, de context verloren gaat en daarmee de boodschap niet (goed) overkomt.

De Pensioenfederatie benadrukt opnieuw (net zoals in de eerdere statements van 23 januari jl. over aangepaste Q&A’s voor de inrichting van de sleutelfuncties roepen nieuwe vragen op en over de wijziging Beleidsregel Geschiktheid 2012: een gemiste kans) dat zij niet tegen (meer) toezicht is dan wel tegen professionalisering van de governance van pensioenfondsen. De Pensioenfederatie vraagt zich daarentegen af of de handelwijze van DNB die leidt tot een voortdurend schuivend en strakker wordend toezichtkader in overeenstemming is met de (bedoeling van de van de) wet(gever), maar bovenal in het belang van de pensioenfondsen en hun deelnemers.

Bron: Pensioenfederatie