Streefcijferregeling geldt niet voor pensioenfondsen

Minister Van Engelshoven heeft op 19 mei 2020 naar aanleiding van een vraag van de vaste commissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bevestigd dat pensioenfondsen niet onder de nieuwe streefcijfersregeling vallen die het kabinet voorstelt in zijn reactie op het advies 'Diversiteit in de top. Tijd voor versnelling' (deel 1 en deel 2) van de SER. Deze streefcijferregeling betreft grote naamloze vennootschappen (nv’s) en besloten vennootschappen (bv’s), ongeveer 5.000 bedrijven.      

De meeste Nederlandse pensioenfondsen gebruiken de stichting als rechtsvorm, aldus de minister. Dit betekent dat de regeling op de meeste pensioenfondsen niet van toepassing is. De minister merkt daarbij op dat pensioenfondsen een eigen streefcijferregeling voor gender- en leeftijdsdiversiteit hebben. Op grond van de Code Pensioenfondsen geldt de comply-or-explain norm dat elk bestuur ten minste één vrouw en tenminste één man in het bestuur moet hebben en ten minste één iemand jonger dan 40 jaar oud en één iemand ouder dan 40 jaar oud. Met de sector zijn in diverse stimuleringsmaatregelen afgesproken om de diversiteit te vergroten. De effecten van deze maatregelen worden de komende jaren zichtbaar. Mogelijk kan de sector daarnaast leren van het programma dat het kabinet ter hand neemt om diversiteit in de (semi)publieke sector te vergroten, zo besluit de minister haar beantwoording.

Voor zover er twijfel was over de toepasselijkheid van de voorgenomen wettelijke streefcijferregeling op pensioenfondsen is deze nu weggenomen: dat is niet het geval. Voor de Pensioenfederatie is het vooral van belang of de eerder afgesproken stimuleringsmaatregelen (november 2018) hun vruchten afwerpen. Het beeld dat de Pensioenfederatie daarbij heeft, is vooralsnog positief, maar zal bevestigd moeten worden door de resultaten die vanaf 2019 worden gerapporteerd door de Monitoringcommissie Code Pensioenfondsen.

Bron: ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap / Pensioenfederatie