Uitvoeringstoets bij de Hoofdlijnennotitie

De Pensioenfederatie heeft een Uitvoeringstoets uitgebracht naar aanleiding van de Hoofdlijnennotitie Pensioenakkoord die de minister van SZW op 22 juni naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Vanuit het perspectief van pensioenbeheer en vermogensbeheer zijn complexiteit en reproduceerbaarheid van belang voor de uitvoeringskosten.

  • Een afspraak die complex is om uit te voeren, vraag veel capaciteit van administratiesystemen en medewerkers van pensioenuitvoerders, en vraagt om veel aanvullende beheersmaatregelen om de kans op fouten bij het vaststellen van het pensioen van deelnemers te beperken.
  • Een afspraak die niet eenvoudig reproduceerbaar is, levert uitdagingen op bij het beantwoorden van vragen van deelnemers over de juistheid van het pensioen en om deze te kunnen herleiden tot de door de pensioenuitvoerder ontvangen basisgegevens. Omdat vragen van deelnemers veelal boven komen rondom pensionering kan dit gedurende een lange periode de uitvoeringskosten verhogen.

Voor het efficiënt uitvoeren van vermogensbeheer binnen het nieuwe pensioencontract is het daarnaast van belang dat het gehele vermogen collectief belegd wordt met een collectief beleggingsresultaat. Het voorstel zoals omschreven in de Hoofdlijnennotitie is in beginsel uitvoerbaar. Het is verder van uit een kostenperspectief van belang dat pensioenfondsen in staat worden gesteld om de eventuele vermogenstransitie, voortvloeiend uit het nieuwe pensioencontract, zonder materiële marktimpact vorm te kunnen geven.

De Onderzoeksgroep Uitvoering heeft 10 aanbevelingen gedaan vanuit het perspectief van de uitvoering. Hiervoor wordt verwezen naar het rapport en de nadere toelichting op deze 10 aanbevelingen. De Pensioenfederatie heeft deze Uitvoeringstoets aangeboden aan het ministerie van SZW.

Bron: Pensioenfederatie