Kabinet onderschrijft advies arbeidsmarktrapporten; uitwerking door nieuw kabinet

Begin dit jaar (2020) zijn twee rapporten verschenen die beide advies uitbrengen over de toekomst van de Nederlandse arbeidsmarkt: het rapport ‘In wat voor land willen wij werken’ van de Commissie Regulering van Werk De commissie-Borstlap constateert dat de huidige regulering van werk onvoldoende is toegesneden op toekomstige behoeften en omstandigheden. En dat fundamentele aanpassingen van wet- en regelgeving nodig zijn om op langere termijn economische en sociale vooruitgang te waarborgen. De commissie-Borstlap schetst een richting voor die aanpassingen in de vorm van vier vereisten en vijf bouwstenen voor toekomstbestendige regulering. Zij adviseert het kabinet om de regie te nemen en partijen bijeen te brengen in een brede maatschappelijke alliantie om de geschetste richting verder uit te werken. onder leiding van de heer Hans Borstlap en het advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid De WRR pleit er in ‘Het betere werk’ voor om goed werk voor iedereen te zien als maatschappelijke opdracht voor bedrijven, instellingen, sociale partners en de overheid. Goed werk betekent voor de WRR dat mensen grip hebben: grip op geld, grip op het werk en grip op het leven. De WRR constateert dat Nederland als het gaat om goed werk in Europa niet voorop loopt. De WRR adviseert om de drie condities van goed werk en de verdeling hiervan over de bevolking tot basis van overheidsbeleid te maken en deze onderdeel te maken van de Monitor Brede Welvaart. (WRR) “Het betere werk”.

Minister Koolmees en staatssecretaris Van 't Wout hebben namens het kabinet gereageerd op de beide rapporten met adviezen. In de kabinetsreactie op de beide rapporten worden de conclusies onderschreven en aangegeven dat de coronacrisis het belang van deze aanbevelingen nog eens laat zien. Zij geven aan dat Covid-19 laat zien hoe belangrijk het is dat werkenden voldoende weerbaar en wendbaar zijn om zich aan te passen aan onvoorspelbare omstandigheden in de wereld van werk. Met name laagopgeleiden en jongeren ontberen de zekerheden die verbonden zijn aan een vast contract. Het kabinet onderkent dat de oorzaak van de tweedeling op de arbeidsmarkt voor een groot deel ligt in de Nederlandse wet- en regelgeving. Het wordt als een uitdaging gezien om de aanbevelingen een plek te geven in hervormingen voor de lange termijn.

Door een volgend kabinet
Het kabinet geeft aan dat de uitwerking van alle aanbevelingen door een volgend kabinet dient te gebeuren. Dat is sluit ook aan op wat de commissie-Borstlap hierover heeft aangegeven, namelijk dat meerdere regeerperiodes nodig zullen zijn voor de implementatie van haar rapport. Gedurende die regeerperiodes zal in het bijzonder verdere aandacht nodig zijn voor de verschillen tussen contractvormen (vast, flex en zzp), voor effectieve dienstverlening en investeringen in menselijk kapitaal, en voor de beweging richting regels die nog beter aansluiten bij de behoeften van werkenden, ongeacht hun contractvorm, en werkgevers.

Het kabinet zal de komende maanden voorbereidingen treffen die het volgende kabinet in staat stelt om de aanbevelingen uit de rapporten verder ter hand te nemen.

De verwachting is dat bepleitte veranderingen in de beide rapporten een belangrijk thema zullen tijdens de formatie van een nieuw kabinet in 2021.

De Pensioenfederatie volgt de ontwikkelingen op de voet. Het is van groot belang dat jongeren vroeg in hun carrière kunnen starten met pensioenopbouw. Ook is het belangrijk een oplossing te bieden voor de kwetsbare positie van flexwerkers en zelfstandigen die vooralsnog vaak geen aanvullend pensioen opbouwen. 

Bron: ministerie van SZW / Pensioenfederatie