Antwoorden minister SZW over Wetsvoorstel bedrag ineens naar Eerste Kamer
Door Eerste Kamerleden waren veel vragen gesteld over de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel door de tweede nota van wijziging die in de Tweede Kamer is toegevoegd. Door de Pensioenfederatie is hierop eerder kritisch gereageerd.
In de beantwoording van de Kamervragen wordt uitgebreid ingegaan op de variant waarbij de doelgroep die de uitbetaling van het bedrag ineens kan uitstellen tot februari volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt, wordt beperkt tot één kalenderjaar. Door de minister wordt aangegeven dat bij deze variant juridische aandachtspunten zijn ten aanzien van gelijke behandeling. De Pensioenfederatie is van mening dat er geen sprake is van ongelijke behandeling; er kan alleen sprake zijn van ongelijke behandeling als dit plaatsvindt bij gelijke situaties. Indien mensen in de jaren voorafgaand aan AOW-gerechtigd worden met pensioen gaan, worden zij niet ongelijk behandeld. Ongeacht de maand van AOW-gerechtigd worden, betalen zij AOW-premie. Mocht wel sprake zijn van ongelijke behandeling, dan is een objectieve rechtvaardiging te geven, omdat het middel in relatie tot het doel meer proportioneel, geschikt en passend is dan de tweede nota van wijziging die voor de pensioenuitvoerders onuitvoerbaar is (en daarmee geen alternatief).
Op vragen van Eerste Kamerleden over uitstel van het wetsvoorstel tot de inwerkingtreding van het nieuwe pensioenstelsel wordt geantwoord dat tijdens de verbouwing de “pensioenwinkel” niet volledig kan worden gesloten, maar het is op dit moment niet duidelijk waar dit toe leidt.
Opnieuw wordt aangegeven dat pensioenfondsen de RVU niet mogen uitvoeren vanwege het feit dat RVU niet kan worden gezien als pensioen of verband houdend met pensioen (terwijl RVU ook het doel dient van maatwerk bij het arbeidsvoorwaardelijk pensioen), zou leiden tot oneerlijke concurrentie (van wie met wie?) en er zou onvoldoende sprake zijn van collectiviteit en solidariteit (vergelijk het voorwaardelijk pensioen).
Dinsdag 12 januari a.s. is de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer.
Bron: ministerie van SZW / Pensioenfederatie