Antwoorden en reactie Pensioenfederatie op vragen rondom de voortgang van het IMVB-Convenant

Minister Kaag heeft de eerder gestelde vragen van Kamerlid Smeulders (Groenlinks) over het IMVB-Convenant Pensioenfondsen beantwoord.

Het Convenant Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (IMVB) Pensioenfondsen voorziet in een bijzonder samenwerkingsverband tussen de deelnemende pensioenfondsen, de overheid, drie vakbonden en zes maatschappelijke organisaties. Op 31 december 2019 hebben 82 pensioenfondsen het Convenant ondertekend. Het aantal aangesloten fondsen is nog steeds groeiende en omvat 91% van het totale Nederlandse pensioenvermogen. Elk jaar wordt de voortgang gemonitord door een onafhankelijke commissie, zo ook over het eerste jaar (2019). De Pensioenfederatie reageert met dit bericht op deze eerste voortgangsmeting (over het jaar 2019) en de Kamervragen die hierover gesteld zijn.

Een eerste tussenstand
Binnen het Brede Spoor van het Convenant worden in 4 artikelen de implementatie van de OESO-richtlijnen vastgelegd. Het einde van jaar 2 (2020) is de deadline voor de eerste verplichting van de implementatie in Beleid (Artikel 3). Voor de jaren daarna worden de implementaties onder de andere artikelen (4 t/m 6) verplicht gesteld. Aan het einde van jaar 1 (2019) gelden er daarom slechts geaggregeerde tussendoelstellingen. De tussendoelstellingen voor de hoofdindicatoren zijn, zoals eerder benoemd in het antwoord van vraag 1, geen vastgelegde afspraak in het convenant, maar opgesteld om de voortgang op de hoofdindicatoren te volgen. De deelnemende pensioenfondsen hebben de eerste stappen gezet. De implementatie van het convenant voor alle hoofdindicatoren blijft echter achter bij de tussendoelstellingen. Het is daarom voor alle betrokken partijen duidelijk dat er nog extra stappen gezet moeten worden om de gemaakte afspraken in het convenant waar te maken. In de brief aan de Kamer schrijft de minister dat als deze stappen gezet worden, het kabinet, samen met de andere partijen bij het convenant, de volledige implementatie van het convenant nog steeds haalbaar acht.

In het rapport van de Monitoringscommissie meet de voortgang op basis van gestelde tussendoelstellingen. Het rapport op de eerste deadline verschijnt in 2021. Doordat tussendoelstellingen niet zij gehaald, ontstaat het beeld dat pensioenfondsen weinig voortgang boeken. Dat beeld kunnen we corrigeren. Zo heeft circa de helft van de pensioenfondsen inmiddels beleid geformuleerd dat in overeenstemming is met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en UN Guiding Principles for Business and Human Rights (UNGP's). Hoewel veel fondsen werk hebben gemaakt van de ESG due diligence, waren deze in de zomer van 2020 nog niet compleet, zoals beschreven in de OESO Richtlijnen en bestaande uit zes verschillende stappen. Veel pensioenfondsen zijn echter inmiddels al verder op weg.

Met betrekking tot de onderdelen overige onderdelen (Uitbesteding, Monitoring van uitbesteding en Rapportage en transparantie) observeert de Monitoringcommissie dat er vooruitgang is geboekt, hoewel deze onderdelen pas aan het einde van jaar 3 en 4 (2021 en 2022) gerealiseerd dienen te zijn.

Voorzitter a.i. van de Pensioenfederatie José Meijer merkt op dat veel pensioenfondsen actief bezig zijn met het convenant. “Het IMVB-convenant leidt tot veel energie, en dat is mooi. Het levert ook wat op, we zien dat er voortgang is geboekt. Het rapport toont de status op de tussendoelstellingen; we horen van veel pensioenfondsen dat ze op 1 januari 2021 wel de deadline voor het eerste jaar hebben gehaald. Het komen tot concrete due diligence volgens de OESO-richtlijnen blijkt voor veel fondsen  ingewikkeld. Ook omdat het afwijkt van bestaande onderzoeken die zij al hebben geïmplementeerd. Daar gaan we dit jaar meer ondersteuning bij bieden. De werkgroep Instrumentarium is bij de eerste signalen aan de slag gegaan om de praktische toepasbaarheid te verhogen. Kortom: de concrete aanbevelingen van de Monitoringcommissie zijn heel waardevol. Zo is het ook belangrijk aandacht te geven aan de samenwerking met de vermogensbeheerders. Dat gaat verder dan beleid formuleren; het is vooral zaak om vermogensbeheerders dit beleid tot uitvoering te doen brengen, ook voor kleinere pensioenfondsen die hun klant zijn. Gerichtere samenwerking hierop tussen de grote en kleine pensioenfondsen kan een grote stap in de goede richting betekenen.”

Instrumentarium
Het instrumentarium biedt een belangrijke vertaalslag tussen de convenantstekst en de praktische toepassing. Dit document is na een intensieve samenwerking en afstemming tussen alle partijen van het Convenant opgeleverd in december 2019. Hoewel de monitoringscommissie concludeert dat dit document veel geraadpleegd wordt, is het duidelijk dat de periode tussen het opleveren van het instrumentarium en de monitoring kort is.

Diepe Spoor
Een unieke kracht binnen het IMVB-Convenant Pensioenen is het Diepe Spoor, waar concreet en praktisch samengewerkt wordt tussen pensioenfondsen, ngo’s en vakbonden in verschillende engagementtrajecten. Momenteel lopen er cases rond mijnbouw, palmolie platformeconomie en mica. Hier wordt in de praktijk samengewerkt om echt een verschil te maken.

Een blik op de toekomst
De Pensioenfederatie concludeert op basis van het Monitoringrapport dat de eerste stappen zijn gezet. Een verdere implementatie van het Convenant voor alle hoofdindicatoren is nodig om het Convenant tot een succes te maken. De implementatie vergt in de toekomst bij deelnemende pensioenfondsen nog meer bestuurlijke aandacht, en waar mogelijk ook nog meer tijd en middelen. Met deze extra inspanning acht de sector de volledige implementatie van het Convenant haalbaar. Het Monitoringrapport bevat tal van aanbevelingen waar de Stuurgroep van het Convenant opvolging aan geeft door acties te formuleren voor de verschillende werkgroepen onder het Convenant. De Pensioenfederatie werkt daar intensief aan mee. In het nieuwe jaar zal zij nog meer evenementen en andere tools organiseren om kennis uit te wisselen. De partijen zijn onverminderd gecommitteerd om een succes te maken van het Convenant en zien de versnelling met vertrouwen tegemoet.

Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken / Pensioenfederatie