Reactie Pensioenfederatie op CPB-rapport 'Sturen naar vermogen'

CPB concludeert in de studie ‘Sturen naar vermogen’ dat het belangrijk is om vermogensopbouw in de eigen woning en via pensioenen in samenhang te bezien. Bij veel huishoudens zijn de buffers te laag en is het lastig om een woning te kopen. CPB noemt daarbij een aantal opties om pensioenvermogen eerder aan te spreken om of premiegeld vrij te maken. Deze theoretische verkenning leidt volgens de Pensioenfederatie niet altijd tot de gewenste oplossing, maar wel altijd tot een lager pensioen voor deelnemers, waardoor zij later mogelijk niet hun levensstijl kunnen handhaven.

Wat betreft pensioen en woningbezit noemt CPB twee ingrepen die de vermogensopbouw beter in balans kunnen brengen: een lagere premie voor mensen die ook hun hypotheek aflossen, en een eenmalige opname. CPB stelt dat het voor jongeren gezien hun hoge lasten (kinderen, studieschuld, woning) aantrekkelijk kan zijn om later te starten met de pensioenopbouw, wat dan wel gepaard gaat met het risico op een lager pensioen.

Bij de eerste ingreep concludeert CPB dat woningeigenaren na aflossing minder hoge woonlasten hebben, dus met minder pensioen toe kunnen. Ook wijst CPB op de mogelijkheid om bij lagere woonlasten dankzij aflossing bij te sparen in de 3e pijler.

Gedrags-economisch onderzoek leert dat de meeste mensen geen extra pensioen opbouwen in de 3e pijler,  omdat meer waarde wordt gehecht aan consumptie nu dan consumptie later. Ook het verkopen van de woning en verhuizen naar een kleinere woning wordt door weinig ouderen gedaan; de meesten willen graag zo lang mogelijk in het huis blijven wonen. De door het CPB genoemde maatregel van versoepeling van de eis om de hypotheek volledig af te lossen lijkt daarom effectiever om te voorkomen dat burgers aan het eind van hun leven over onnodig veel vermogen beschikken.

Het tweede voorstel: een eenmalige opname uit de pensioenpot voor de aankoop van een woning, lijkt ook weinig soelaas te bieden. Het zou de woningprijs verder opstuwen. Bovendien helpt het jongeren, de groep die de meeste moeite heeft om een woning te kopen, niet omdat deze groep nog weinig pensioen heeft opgebouwd.

Vanzelfsprekend leidt het betalen van minder of geen pensioenpremie tot meer ruimte om vermogen in een meer liquide vorm op te bouwen. CPB concludeert elders in het rapport dat sparen of een buffer aanhouden, echter niet vanzelfsprekend is voor veel huishoudens. Een lagere pensioenpremie voor jongeren zal dus inderdaad veelal resulteren in meer consumptie op de korte termijn, maar mogelijk geen adequaat pensioen later.

Tenslotte wijst de Pensioenfederatie erop dat het vroegtijdig geld onttrekken aan de pensioenpot ertoe leidt dat de inleg minder kan renderen. Ook vanuit dat perspectief acht de Pensioenfederatie de voorstellen van CPB niet verstandig.

Bron: CPB / Pensioenfederatie