Wetsvoorstel herziening bedrag ineens naar Tweede Kamer

Het wetsvoorstel herziening bedrag ineens is door minister Schouten ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel is een uitwerking van de brief die voormalig staatssecretaris Wiersma naar de Tweede en Eerste Kamer stuurde.

Kern van het wetsvoorstel is een alternatieve oplossing voor de zgn. geboortedatumproblematiek (latere uitbetaling van het bedrag ineens i.v.m. de belasting- en premiedruk van het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt). Na intensief overleg met de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars is hierover eerder overeenstemming bereikt. Uit de toezichttoetsen van DNB en AFM blijkt dat zij ook van mening zijn dat met het herziene wetsvoorstel de keuze voor het bedrag ineens eenvoudiger kan worden aangeboden.

De beoogde inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel verschuift van 1 januari 2023 naar 1 juli 2023. De Pensioenfederatie heeft eerder aangegeven dat met het oog op de deelnemer voldoende tijd beschikbaar moet zijn om die goed te informeren en te begeleiden bij de te maken keuze voor het bedrag ineens. Daarom zijn wij blij dat de beoogde inwerkingtredingsdatum opschuift. De AMvB bedrag ineens, die de informatieverplichtingen voor pensioenuitvoerders en het tonen van het bedrag ineens op MPO bevat, moet nog voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State. Dat gebeurt als de Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel herziening bedrag ineens. Voor pensioenuitvoerders is het van belang dat zo snel mogelijk duidelijk wordt wat deze informatieverplichtingen inhouden. Pensioenuitvoerders moeten immers de deelnemers tijdig informeren over de keuzemogelijkheid van het bedrag ineens.

Bron: ministerie van SZW / Pensioenfederatie