Vijf vragen aan Brenda Kramer (PGGM) over het Europese platform voor duurzame financiering

Brenda Kramer

1. Wat is jouw rol in het Platform?
   Het Platform is in 2020 opgezet om Europese stakeholders aan tafel te brengen rond duurzame financiering. De Europese Commissie heeft in de afgelopen jaren wetgeving voor duurzame financiering gemaakt, waaronder een Taxonomie met definities van wat telt als ‘groen’. De 57 leden van het Platform geven de Europese Commissie advies.
   
   Ik vertegenwoordigde de belangen van de Nederlandse pensioensector en heb mij vooral gericht op de bruikbaarheid van de Taxonomie en andere wetgeving. Ik hield me bezig met de beschikbaarheid van data en toepassing van criteria voor negatieve impact.
   
   Ik ben persoonlijk erg betrokken bij dit onderwerp omdat ik geloof dat we als financiële sector echt verschil kunnen maken. Maar daarvoor hebben we goede en vergelijkbare informatie nodig. We hebben nu een eerste stap gezet naar meer eenheid van data en daardoor meer stuurbaarheid richting een duurzame economie.
   
   
2. Wat was jouw hoogtepunt?
   Het platform kon door de corona crisis de eerste 1,5 jaar niet in persoon bij elkaar komen. De eerste vergadering die we fysiek met elkaar in Brussel konden hebben vond ik een hoogtepunt. Daar merkte je aan alles hoeveel motivatie er was in de groep en hoeveel sneller je dingen kan bespreken en oplossen als er ook een persoonlijke connectie is.
   
   Verder was er natuurlijk de publicatie van het rapport over de toepassing van de Taxonomie waar we twee jaar aan hebben gewerkt. 
   
   
3. Wat moet de pensioensector meenemen van dit rapport over de toepassing van de Taxonomie?
   De grootste uitdaging op dit moment is dat de verschillende onderdelen van het duurzame financiering bouwwerk nog niet goed op elkaar zijn afgestemd. Als sector moeten we dus druk blijven uitoefenen om het pakket te verbeteren. We kunnen ook onze eigen best practices en uitdagingen uitdragen om hier constructief aan deel te nemen.
   
   Een tweede uitdaging is de toepassing van de Taxonomie buiten de EU. We zien dat er wereldwijd verschillende taxonomieën in ontwikkeling zijn, ik hoop dat die uiteindelijk op elkaar afgestemd worden.
   
   
4. Jullie publiceerden tegelijkertijd een rapport over de toepassing van Minimum Safeguards. Wat zijn de highlights?
   Met Minimum Safeguards bedoelen we bestaande internationale standaarden op het gebied van mensenrechten, corruptie, belasting en eerlijke competitie. Deze moeten ook binnen nieuwe EU-wetgeving veiliggesteld worden.
   
   We adviseren dat dit stuk van de Taxonomie het best in lijn kan worden gebracht met de plannen voor Corporate Sustainability Due Diligence wetgeving. In de praktijk blijkt het nog moeilijk voor investeerders om te controleren of bedrijven waar ze in investeren processen hebben die verantwoorde productie garanderen. Investeerders gebruiken daarom vaak controverses of ESG-ratings als indicator. Op de lange termijn zou dit moeten veranderen om aan Minimum Safeguards te voldoen. Ik hoop persoonlijk dat dit ook zal leiden tot meer transparantie over HOE bedrijven opereren.
   
   
5. Wat is jouw wens voor de toekomst van duurzame financiering?
   Ik hoop dat we snel gaan beginnen met concrete financieringen. Transparantie is belangrijk, maar een transparantie-raamwerk is geen doel op zich. Het doel is een samenleving waar we gezond en veilig kunnen leven.
   
   Wat mij betreft zouden we het multi-stakeholder model van het Platform moeten kopiëren met als focus concrete investeringskansen te creëren. Alleen al voor de energietransitie komen we nu jaarlijks €180 miljard te kort. De Taxonomie geeft aan waar het geld heen moet, nu is het dringend nodig dat we kijken HOE we dat geld daar krijgen.

Bron: Pensioenfederatie