Samen verantwoord beleggen

Samenwerken, connecting, luisteren – het zijn de sleutelwoorden op de eerste bijeenkomst van de Stakeholderdialoog Verantwoord Beleggen die de Pensioenfederatie organiseerde op donderdag 6 juli. Het was een middag om vooruit te blikken, maar ook om achterom te kijken.

Dat laatste deed Liliane Ploumen, zes jaar geleden minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. “Het echte begin was niet in de schouwburg waar we toen voor het eerst bijeen kwamen. Ik moest u daar enthousiast maken voor het Convenant verantwoord beleggen. Dat ging niet zo makkelijk.” Ploumen heeft ‘t nog eens nagekeken in de notulen en ze hielp de herinnering van de pensioenuitvoerders, overheden, NGO’s, vakbonden en pensioenfondsen in haar publiek: “In die schouwburg gingen bij dit onderwerp – heel anders dan nu – al snel over elkaar. Als een bedrijf ‘t al goed wilde doen, dan vond ’t zijn eigen bedrijfspensioenfonds het vaak nog niet zo nodig. Dus alle lof voor de voortrekkers, die ondanks de weerstand ervan overtuigd waren dat zo’n convenant toch een goede manier zou zijn om de hele sector te engageren in maatschappelijk verantwoord beleggen.”

“Maar was dat het begin? Nee, het echte begin was in het zuiden van Tsjaad, waar mensen verdreven werden van hun land, omdat daar enorm veel olie gevonden was. Die omgeving werd vervolgens totaal vernacheld. Willen we onderdeel zijn van een wereld waarin dit mogelijk is? Waarin de mensen in Tsjaad alles verliezen, terwijl wij hier alles winnen?”, zo schetste Ploumen de gewetensvragen die knaagden bij beleggers. Tsjaad was één van de voorbeelden, soortgelijke verhalen zijn er over steenkolen- en andere mijnen, over een ingestorte textielfabriek in Bangladesh – ten koste van 1100 doden. “Daardoor begon het besef dat wij kunnen meehelpen om dát te voorkomen.”

Omwenteling in 6 jaar
En dat besef werd omgezet in andere keuzes en daden, al was er wel iets voor nodig. Wat nu een collectief is, waren volgens Ploumen nog maar zes jaar geleden heel verschillende soorten organisaties. Ze hebben elkaar in de afgelopen jaren leren kennen via het Convenant. Dat is grote winst, want zes jaar geleden liepen ze elkaar voorbij, spraken ze elkaars taal niet en regeerden de vooroordelen over elkaar. Dat is doorbroken en die nieuwe werkelijkheid is volgens Ploumen de basis voor de toekomst van de Stakeholderdialoog als vervolg op het Convenant dat eind 2022 afliep.

Hoe deze stakeholders daadwerkelijk in dialoog kunnen blijven, proefden ze in twee rondes van het World Café, waarin samen dilemma’s en thema’s werden verkend als Brede welvaart, Biodiversiteit & Data, Gezondheid & verantwoord beleggen en – actueler dan ooit – beleggen in wapenbedrijven. Dilemma’s en weerstand zijn kenmerkend voor deze kwesties. Van agressieve tegenwerking van vakbonden en dorpsverzet bij mijnbouw tot op hoog politiek niveau in diverse landen. Een uitgebreider verslag van deze groepen volgt later.

Woke
Ook spreker David Atkin, de ceo van PRI (Principles for Responsible Investment) merkt op dat het soms ook internationaal nog niet zo makkelijk gaat. ESG-taal wordt in sommige kringen zelfs categorisch afgewezen als ‘woke’. De termen zelf zijn beladen gemaakt, maar Atkin ziet daar ook hoop in. “Blijkbaar is het succes van ESG zo groot geworden, dat de fossiele industrie het beleeft als bedreiging – en ze vecht terug via het sponsoren van tegengeluiden.” Hij prees de – volgens hem progressieve – gezamenlijke Nederlandse investeerders én de vroege volwassenheid van de Nederlandse pensioenfondsen op dit vlak. Maar ook al zijn het soms concurrenten, verantwoorde beleggers weten dat ze veel zaken niet solo kunnen oplossen. Ervaringen uitwisselen met elkaar, samen leren, daar draait het om volgens Atkin.

Ketens en netwerken
Pensioenfederatie-voorzitter Ger Jaarsma kon het niet meer met Atkin eens zijn: “Tijdens het convenant hebben we veel bereikt, via het brede spoor en via het diepe spoor. ‘We’, dat zijn ruim 80 pensioenfondsen die samen met ngo’s, vakbonden en overheid de afspraken maakten en uitvoeren. Samen zijn ze goed voor ruwweg 1400 miljard euro belegd vermogen. Fantastisch dat het dus niet blijft bij een kleine idealistische voorhoede, maar dat het zo breed gedragen wordt. Zo zijn we goed op weg naar betere bedrijven waarin we beleggen, maar belangrijker nog: we verbeteren de ketens van die bedrijven. Want het gaat nooit om dat ene bedrijf; die is niet geïsoleerd; er zijn altijd toeleveranciers, zij hebben weer toeleveranciers, er zijn altijd lagen en schillen er omheen, ze werken samen in een heel netwerk, in een keten. En daar hebben wij als grote institutionele beleggers een belangrijke rol. Wat we leren, delen we en zo hebben andere beleggers ook veel aan onze informatie. Hoe dan ook, we doen het samen met de kracht van verbinding.”

Bron: Pensioenfederatie