Te veel details moeten Wet toekomst pensioenen niet in de weg gaan staan

De pensioenfondsen zijn verheugd met de Wet toekomst pensioenen, omdat het een belangrijke stap is naar een toekomstbestendig pensioenstelsel. Het is daarom goed dat de lagere regelgeving bij deze wet voor consultatie is voorgelegd.

Ger Jaarsma, voorzitter van de Pensioenfederatie: “Er staan nu nog te veel gedetailleerde bepalingen in. Zouden die ongewijzigd blijven, dan wordt de wet onuitvoerbaar en schiet het zijn doel voorbij. Dat zou zonde zijn. Dan lopen de kosten te hoog op, kan een pensioenfondsbestuur niet de beste besluiten nemen in het belang van de deelnemers en is het onduidelijk wie verantwoordelijk is voor wat. Om die reden stuurt de Pensioenfederatie een reactie in waarin we praktische aanpassingen voorstellen.”

  • Fondsbestuur heeft ruimte nodig om verantwoordelijkheid in te vullen
  • Verantwoording aan open normen behoort op niveau van regeling
  • Overdaad aan regels belemmert passende invulling en verhoogt kosten
  • Zorg voor heldere rolverdeling sociale partners – pensioenfondsbesturen
  • Laat communicatie beter aansluiten bij de behoefte van deelnemers

De regels in de consultatieversie zijn te gedetailleerd. Dat past niet bij de open normen in de Pensioenwet. Ook doet het geen recht aan het pensioenfondsbestuur, dat verantwoordelijk is voor de invulling en de uitvoering van de regeling - en daarvoor ook juridisch aansprakelijk is. Zij hebben de ruimte van de open normen nodig om deze verantwoordelijkheid waar te maken.

Of fondsbesturen hun verantwoordelijkheid waarmaken, moet worden beoordeeld op het niveau van de regeling, en niet op ieder onderdeel apart. Dus geen aparte toetsen op het beleggingsbeleid, de toedeelregels van rendement, het projectierendement, de spreiding van schokken in de uitkeringsfase en de inzet van de solidariteits- of risicodelingsreserve; deze onderdelen zijn in samenhang bepalend voor de hoogte van het pensioen. Dat betekent dat toezichthouders toezien op het niveau van de regeling, terwijl in de wettekst nu verdere gedetailleerde toetsing op onderdelen mogelijk is.

Op elk van deze onderdelen gedetailleerde regels opstellen, kan ertoe leiden dat niet het beste resultaat voor de deelnemer wordt bereikt. Bijvoorbeeld: een bestuur moet de mate van beleggingsrisico in samenhang kunnen beoordelen met de inzet van de solidariteitsreserve, om te kunnen bepalen wat voor deelnemers de beste aanpak is. Daarnaast leidt het moeten voldoen aan en rapporteren op te gedetailleerde voorschriften tot onnodig hoge kosten, die ook weer ten koste gaan van het pensioenresultaat.

Een ander punt is dat er geen ruis moet ontstaan over wie verantwoordelijk is voor wat. In de wettekst staat nu een ‘opdrachtbevestiging’ genoemd, terwijl er al een opdrachtaanvaarding bestaat. Dit besluit op de nieuwe pensioenregeling is het basisdocument voor toetsing door zowel pensioenfondsorganen als externe toezichthouders. Met een ‘opdrachtbevestiging’ zou de situatie ontstaan dat een pensioenfondsbestuur en toezichthouders indirect een oordeel vellen over afspraken tussen sociale partners. Dat klopt niet want pensioen is een arbeidsvoorwaarde dus de sociale partners gaan over de inhoud van de regeling; niet het pensioenfonds of anderen.

Ook zou het robuuste pensioenstelsel van de toekomst inclusief moeten zijn, dus voor alle werkenden. Op dat punt schiet de voorliggende regelgeving helaas tekort. De bestaande kaders zijn leidend gebleven, zodat er onvoldoende experimenteerruimte is ontstaan waarbinnen pensioenfondsen op betaalbare manier een passend aanbod voor zelfstandigen kunnen inrichten. Voor de Wet toekomst pensioenen is dat een gemiste kans.

Tot slot vindt de Pensioenfederatie dat de lagere regelgeving onvoldoende bijdraagt aan goede communicatie met deelnemers. De resultaten uit de evaluatie van de Wet pensioencommunicatie zijn nauwelijks verwerkt en dat is een gemiste kans. De focus ligt op het verstrekken van veel informatie en verantwoording daarop en niet aan inzicht voor en duidelijke communicatie met deelnemers - terwijl dit wel werd aanbevolen vanuit de evaluatie.

De Pensioenfederatie vertrouwt erop dat de wetgever de opmerkingen uit de consultatie verwerkt in de lagere regelgeving zodat de Wet toekomst pensioenen goed uitvoerbaar en uitlegbaar wordt en zo bijdraagt aan een toekomstbestendig pensioenstelsel. 

Bron: Pensioenfederatie