Btw besluit toezichthouders en commissies aangepast

Op 2 augustus 2021 is in het Staatsblad een aanpassing (met nummer 37408) gepubliceerd van het op 6 mei 2021 gepubliceerde besluit voor toezichthouders en leden van commissies. 

In het aangepaste besluit is een voor de pensioensector is belangrijke verduidelijking aangebracht over de gevolgen voor terugwerkende kracht. Dit ligt in lijn met de verduidelijkingen die al in het servicedocument voor leden en de nieuwsbrief voor leden waren opgenomen. Het belangrijkste citaat uit het aangepaste besluit is:

“ 1.Voor de periode vanaf 13 juni 2019 tot 7 mei 2021 keur ik goed dat een natuurlijk persoon die de in de onderdelen A tot en met D genoemde werkzaamheden heeft verricht en daarvoor btw in rekening heeft gebracht, geacht wordt deze werkzaamheden als ondernemer te hebben verricht.

2.Ik keur goed dat de herziening van de in aftrek gebrachte btw over investeringsgoederen die vóór 7 mei 2021 geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de werkzaamheden genoemd in de onderdelen A tot en met D in gebruik zijn genomen door een natuurlijk persoon, achterwege mag blijven voor de resterende herzieningsperiode, mits de natuurlijk persoon met betrekking tot de genoemde werkzaamheden als ondernemer heeft gehandeld in de periode vóór 7 mei 2021 en voor zover de investeringsgoederen zijn aangeschaft als ondernemer en onderdeel zijn van het bedrijfsvermogen.”

Bron: Staatscourant / Ministerie van Financiën