Situatie pensioenfondsen nog kwetsbaar

De herstelplannen van pensioenfondsen laten zien dat de situatie nog kwetsbaar is, zoals het bericht van DNB vandaag aangeeft. In een herstelplan zet een fonds uiteen wat realistisch gezien theoretisch haalbaar zou zijn om tot herstel van de dekkingsgraad te komen, binnen een bepaalde periode.

Gerard Riemen, algemeen directeur van de Pensioenfederatie: “We zien dat uit de set parameters die pensioenfondsen kunnen hanteren, veel fondsen de keuze hebben gemaakt om in te zetten op hoge rendementen. Door het maximaal benutten van deze parameter, kon het korten op pensioenen in 2017 worden voorkomen. Hoge rendementen zijn dus niet zozeer een verwachting, want niemand weet hoe de markt zich zal ontwikkelen de komende jaren. Het is wel een manier om een uiterste maatregel als korten op pensioenen nu te voorkomen. De herstelplannen laten dus zien dat de situatie voor pensioenfondsen nog kwetsbaar is.”

Een herstelplan is een plan waarin staat hoe een pensioenfonds in maximaal 10 jaar weer wil voldoen aan de vereiste dekkingsgraad. Een pensioenfonds mag ook kiezen voor een kortere hersteltermijn. De toets of een pensioenfonds op basis van de beleidsdekkingsgraad nog voldoet aan de vereiste dekkingsgraad, vindt steeds aan het einde van een kalenderkwartaal plaats. Als een pensioenfonds een beleidsdekkingsgraad heeft die lager is dan het Vereiste Eigen Vermogen (VEV), moet het van DNB binnen drie maanden een herstelplan indienen. Als een fonds in zijn herstelplan niet kan aantonen dat het binnen de herstelperiode weer op de vereiste dekkingsgraad zit, dan moet een fonds een verlaging doorvoeren op de pensioenuitkeringen- en aanspraken. Een herstelplan wordt elk jaar geëvalueerd en indien nodig, aangepast. Een herstelplan komt te vervallen als de beleidsdekkingsgraad per einde van een kalenderkwartaal weer boven het VEV is komen te liggen. Vanaf dat moment mag een pensioenfonds eventuele herstelmaatregelen beëindigen.

Bron: DNB/de Pensioenfederatie