Kamerbrief over publieke belangen bij bedrijfsovernames

De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd over het beschermen van publieke belangen bij bedrijfsovernames. Hierin gaat hij onder meer in op de totstandkoming van een wetsvoorstel dat ziet op de introductie van een wettelijke bedenktijd bij overnames. 

De minister schrijft dat Nederland een open economie is en een aantrekkelijk vestigingsklimaat heeft. Dit levert veel welvaart op. Uitgangspunt van het kabinet is daarom terughoudendheid met overheidsingrijpen bij overnames. Maatschappelijke belangen kunnen echter in het geding komen. Het wetsvoorstel dat in de maak is, is een poging om het risico daarop te ondervangen.

Om te borgen dat het bestuur van een vennootschap voldoende tijd en ruimte heeft om zijn verantwoordelijkheid goed te vervullen, heeft het vorige kabinet op het voornemen uitgesproken om een vorm van bedenktijd in te voeren. De achterliggende gedachte was dat het bestuur van een onderneming bij een overnamepoging, of een voorstel van een of meerdere aandeelhouders om de strategie aan te passen, voldoende tijd en rust moet hebben om die plannen te beoordelen, en daar andere stakeholders (bijv. werknemers) in mee te nemen. Om de Europeesrechtelijke aspecten van een bedenktijd te toetsen, loopt een adviestraject bij de Raad van State.

Bekeken wordt of pensioenfondsen meer kunnen investeren in Nederlandse aandelen dan nu het geval is. De investeerders wijzen daarbij volgens de minister veelal wel op hun fiduciaire verantwoordelijkheid; om rendement na te streven, met oog voor risico’s. Dit betekent dat ze hun investeringen spreiden. Hierbij merken ze op al een relatief grote blootstelling op Nederland te hebben, niet zozeer op de aandelenbeurs maar door bijvoorbeeld investeringen in fondsen, vastgoed en obligaties en naast in grote ook in kleinere bedrijven. De investeerders erkennen dat het politieke risico in Nederland en de
directe omgeving laag is. Ze proberen dit mee te wegen, maar een goede inschatting maken van politiek risico is erg lastig en kan niet goed in een model gevat worden.

Een tweede noot die in de gesprekken naar voren kwam, is dat vooral pensioenfondsen wel meer en meer focus in hun beleggingen aanbrengen. Dit betekent dat substantiëlere belangen in ondernemingen worden aangehouden. Deze portefeuilles zijn soms meer thematisch van insteek en worden actiever beheerd. Dat wil zeggen dat de investeerders zich goed informeren over de zaken die spelen in de onderneming en sterker hun eigen beleid uitdragen tijdens de aandeelhoudersvergadering.

Ten slotte merken de institutionele beleggers op dat ze meerwaarde zien in het Nederlandse corporate governance model, een stakeholderbenadering en nadruk op langetermijnwaardecreatie, maar dat ze geen specifieke rol voor zichzelf zien weggelegd bij de bescherming van Nederlandse ondernemingen. Hierbij speelt ook mee dat dit dusdanig grote belangen zouden kunnen betreffen dat grenzen van risicospreiding in zicht komen, of worden overschreden.

Bron: ministerie van Economische Zaken en Klimaat