Diverse moties over nabestaandenpensioen aangenomen

Op dinsdag 4 juni 2019 heeft de Tweede Kamer een viertal moties aangenomen over het nabestaandenpensioen. Deze moties werden tijdens het notaoverleg over nabestaandenpensioen op 27 mei 2019 ingediend:

1. Motie van Van Weyenberg (D66) over het uitwerken van een wettelijke uniformering van het partnerbegrip;
Verzoekt de regering om bij de reactie op het advies van de STAR ook de wettelijke uniformering van het partnerbegrip uit te werken.

2. Motie van Drost (CU) en Slootweg (CDA) over informatie over het nabestaandenpensioen opnemen op het UPO;
Verzoekt de regering om met de pensioenkoepels te overleggen over de informatievoorziening over de vormgeving (opbouw- of risicobasis) en vervallen bij uitdiensttreden van het nabestaandenpensioen op het UPO.

3. Motie van Slootweg (CDA) over een advies over een adequate dekking in het nieuwe stelsel; (gewijzigd tussen moment van indiening en stemming)
Verzoekt de regering een specifiek advies te vragen van de SER of de STAR over hoe er na het invaren van de oude rechten in het nieuwe stelsel een adequate dekking is voor het nabestaandenpensioen. En verzoekt ervoor te zorgen dat deelnemers bij het invaren de mogelijkheid hebben om rechten zo uit te ruilen dat een adequaat nabestaandenpensioen, het liefst op opbouwbasis, na invaren voor een ieder beschikbaar is.

4. Motie van Slootweg (CDA) over het nabestaandenpensioen op risicobasis en de Anw-hiaatverzekering expliciet beschermen;
Verzoekt de regering het nabestaandenpensioen op risicobasis en de Anw-hiaatverzekering expliciet te beschermen in het Burgerlijk Wetboek en de regelgeving zo aan de passen dat het nabestaandenpensioen op risicobasis als percentage van het huidige inkomen kan worden aangeboden.

De Pensioenfederatie is bereid om met de regering in gesprek te gaan om de informatievoorziening op het UPO te bespreken. De overige moties worden voor zover mogelijk meegenomen in het advies over nabestaandenpensioen van de STAR dat dit najaar aan de minister wordt verstuurd.

Bron: Tweede Kamer / Pensioenfederatie