Nederlandse pensioenfondsen hebben, doordat zij beleggen in het buitenland, te maken met buitenlandse bronbelastingen op inkomsten zoals dividend, rente en huur, maar ook op de opbrengsten van de verkoop van activa of beleggingen. Als een pensioenfonds buitenlandse inkomsten ontvangt en daardoor wordt geconfronteerd met een (buitenlandse) bronbelasting, bestaat er meestal de mogelijkheid om de ingehouden belasting te verminderen of terug te vragen. Dat gebeurt dan op basis van een verdrag met het betreffende land.
Zo’n aanvraagprocedure levert over het algemeen veel administratieve rompslomp op. Landen hebben zeer verschillende nationale systemen. Procedures zijn erg complex, tijdrovend en dus kostenverhogend.
De Europese Commissie heeft een gedragscode ontwikkeld die EU-lidstaten moet helpen om hun bronbelastingprocedures eenvoudiger en efficiënter in te richten. In juni 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd om de teruggave van bronbelasting efficiënter te maken en tegelijkertijd fraude te voorkomen. De Pensioenfederatie ondersteunt dit van harte. Immers, iedere kostenbesparing leidt uiteindelijk tot een beter resultaat voor de deelnemer. We moedigen Europese instellingen aan om hier snel werk van te maken. Zie ons position paper hier.
De FASTER Richtlijn moet teruggave van bronbelasting efficiënter maken en tegelijkertijd fraude voorkomen. De Pensioenfederatie is tevreden met het politieke akkoord van 14 mei 2024 in de Europese Raad op de FASTER Richtlijn. Wel is belangrijk dat in de implementatieperiode tot 2030 duidelijk wordt dat Europese belastingautoriteiten geen juridische en administratieve drempels introduceren door onnodig de uitzonderingen in artikel 10 (2) (d) en (e) van de FASTER Richtlijn toe te passen op pensioenfondsen.