Nederlandse pensioenfondsen hebben, doordat zij beleggen in het buitenland, te maken met buitenlandse bronbelastingen op inkomsten zoals dividend, rente en huur, maar ook op de opbrengsten van de verkoop van activa of beleggingen. Als een pensioenfonds buitenlandse inkomsten ontvangt en daardoor wordt geconfronteerd met een (buitenlandse) bronbelasting, bestaat er meestal de mogelijkheid om de ingehouden belasting te verminderen of terug te vragen. Dat gebeurt dan op basis van een verdrag met het betreffende land.
Zo’n aanvraagprocedure levert over het algemeen veel administratieve rompslomp op. Landen hebben zeer verschillende nationale systemen. Zo bestaat er bijvoorbeeld geen gemeenschappelijke definitie van het begrip ‘pensioenfonds’. Dat maakt de procedure erg complex, tijdrovend en dus kostenverhogend.
De Europese Commissie heeft een gedragscode ontwikkeld die EU-lidstaten moet helpen om hun bronbelastingprocedures eenvoudiger en efficiënter in te richten. De Europese Commissie werkt ook aan verdere voorstellen om de teruggave van bronbelasting efficiënter te maken en tegelijkertijd fraude te voorkomen. De Pensioenfederatie ondersteunt dit van harte. Immers, iedere kostenbesparing leidt uiteindelijk tot een beter resultaat voor de deelnemer. We moedigen de Commissie aan om hier snel werk van te maken.
Wat de Pensioenfederatie betreft, is het belangrijk dat de lidstaten, daarbij gesteund door de Commissie, bronbelastingprocedures snel versoepelen. We hebben daartoe in een position paper gepleit bij de Europese Commissie. De gedragscode leidde de afgelopen jaren niet tot snelle verbeteringen. De Pensioenfederatie is daarom blij met het richtlijnvoorstel van de Europese Commissie. Het nieuwe voorstel voldoet aan onze wensen omdat dit:
- eenvoudig;
- gestructureerd;
- uniform; en
- digitaal is.