Instrumentarium: Beleid

Veel pensioenfondsen hebben reeds een verantwoord beleggingsbeleid, waarin zij beschrijven hoe in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met Environmental, Social en Governance (ESG) factoren. Daarin verwijzen zij bijvoorbeeld naar de relevante standaarden, zoals OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (OESO-richtlijnen) de UN Global Compact (UNGC), de UN Principles for Responsible Investment (UNPRI) de Sustainable Development Goals (SDG’s) of de G20/OESO Corporate Governance Principes

Echter, niet alle deelnemende pensioenfondsen hebben beleid conform de OESO-richtlijnen en UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s). Ook hebben niet alle deelnemende pensioenfondsen bij het formuleren van hun ESG-beleid de OESO-richtlijnen en UNGP’s als uitgangspunt genomen. Het OESO-richtsnoer voor institutionele beleggers is daarvoor de leidraad. Voor de deelnemende pensioenfondsen geldt dat zij het ESG-beleid per 30 juni 2021 al in lijn brengen met de OSEO-richtlijnen en UNGP's. In deze paragraaf worden handvatten, aanwijzingen en voorbeelden gegeven om hier actief invulling aan te geven.

In paragraaf 3.1 van het IMVB-Convenant wordt beschreven aan welke eisen het (verantwoord beleggen) beleid van deelnemende pensioenfondsen moet voldoen.

  • Art. 3.1a Een commitment aan de OESO-richtlijnen en UNGP’s.
    Document

    (Verantwoord) Beleggingsbeleid

    Toelichting

    UNGP’s:
    Dit zijn door de VN opgestelde richtlijnen die duidelijk maken wat de rol van staten is en welke verantwoordelijkheid het bedrijfsleven heeft in relatie tot mensenrechten. De UNGP’s zijn een aanvulling op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere mensenrechtenstandaarden. De UNGP’s kennen drie pijlers: ‘Protect’, ‘Respect’ en ‘Remedy’.

    OESO-richtlijnen:
    De OESO-richtlijnen zijn aanbevelingen die door de regeringen gezamenlijk worden gedaan aan multinationale ondernemingen. Ze bevatten beginselen en normen voor goed gedrag, in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving en internationaal erkende normen.

    OESO-richtsnoer voor institutionele beleggers:
    Het richtsnoer bevat richtinggevende, niet bindende richtlijnen voor de interpretatie van de OESO-richtlijnen. In het convenant is afgesproken (o.a. in paragraaf 1.4) dat partijen het richtsnoer zien als leidraad voor de implementatie van het convenant. Voor een uitgebreidere toelichting zie de paragraaf over de OESO-richtlijnen, UNGP’s en OESO-richtsnoer.

    Voorbeeldtekst

    “[naam pensioenfonds] onderschrijft de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Daarbij gebruiken wij het OESO-richtsnoer voor institutionele beleggers als leidraad. Wij verwachten eveneens van onze externe fiduciaire managers, ESG-dienstverleners en/of vermogensbeheerders, en van ondernemingen waarin wij beleggen dat zij conform deze internationale standaarden handelen en dit publiekelijk kenbaar maken.”

  • Art. 3.1b Een beschrijving hoe het Deelnemende Pensioenfonds de verschillende ESG-due diligence stappen conform de OESO-richtlijnen en de UNGP’s invult en verankert in de uitbesteding, monitoring en rapportage van Externe Dienstverleners.
    Document

    (Verantwoord) Beleggingsbeleid

    Toelichting
    Stap 1 – Integreer maatschappelijk verantwoord ondernemen in beleid en managementsystemen

    Verdere uitleg:

    Voorbeeldteksten
    • “Wij onderschrijven dat […] en daarom hebben wij bij de ontwikkeling van ons ESG-beleid de volgende internationale normen en verdragen als uitgangspunt genomen: […].“
    • “We onderschrijven de ESG-due diligence stappen conform het OESO-richtsnoer.”
    • “Wij streven via onze beleggingen naar (maatschappelijke) In onze contracten met externe dienstverleners hebben wij daarom […]. “
    • “De due diligence wordt uitgevoerd door […].”

    Stap 2 – Identificeer en beoordeel daadwerkelijke en potentiële negatieve gevolgen van de activiteiten, producten of diensten van de onderneming

    Verdere uitleg:

    Voorbeeldteksten
    • “Bij het screenen van onze beleggingsportefeuille worden (potentiële) negatieve impacts op samenleving en milieu geïdentificeerd. Daarbij worden de meest ernstige negatieve impacts geprioriteerd op basis van
      • Ernst
      • Schaal
      • Onomkeerbaarheid
        Tevens wordt de mate van waarschijnlijkheid meegewogen.”
    • “Bij het beoordelen van onze geïdentificeerde daadwerkelijke en potentiële negatieve impact betrekken wij indien nodig externe belanghebbenden en experts, zoals […]. De verdere invulling hiervan staat beschreven in: […]” (Het gaat hier om beleid van het pensioenfonds zelf en niet om beleid van Externe Dienstverleners.)
    Stap 3 - Stop, voorkom en beperk negatieve gevolgen

    Verdere uitleg:

    Voorbeeldteksten:
    • “Wij trachten negatieve gevolgen te voorkomen door gebruik te maken van de volgende ESG- criteria in onze beleggingsportefeuille (…)”
    • “Onze contracten met externe dienstverleners geven duidelijk aan dat onze investeringen aan de volgende ESG-criteria voldoen (…)”
    • “Wanneer ondernemingen in onze beleggingsportefeuille (potentieel) negatieve impact veroorzaken gebruiken wij onze invloed om deze impact te voorkomen en/of te mitigeren en herstel en/of verhaal mogelijk te maken. Dit doen wij onder andere via engagement en/of door te stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.”
    • “Wij werken samen met de volgende initiatieven die ons in staat stellen om, binnen de wettelijke perken, onze invloed te vergroten ten aanzien van de externe dienstverleners en de bedrijven in onze beleggingsportefeuille om negatieve gevolgen te voorkomen en te stoppen (…)”
    • “Het uitsluiten van ondernemingen is een mogelijke laatste stap als niets anders rest.”

    Stap 4 - Monitor de praktische toepassing en resultaten

    Verdere uitleg:

    Voorbeeldteksten:

    • “Wij monitoren de voortgang van onze investeringen door [periode] te onderzoeken (o.m. door middel van screenings, impact assessments, data analyses, gesprekken met experts, etc.) naar de ESG-effectiviteit van onze investeringen.”
    • “Wij monitoren de voortgang en impact van ons ESG-beleid door [periode] een rapportage te ontvangen van [externe dienstverlener] en hierover in gesprek te gaan met de dienstverlener en, waar nodig, met de bedrijven in onze portefeuille.Waar nodig sturen wij dan bij.”
    • “Jaarlijks leggen wij aan onze deelnemers en anderen belanghebbenden verantwoording af door [geef aan waar verantwoording wordt afgelegd, bijvoorbeeld publieke rapportage, stakeholder meeting, statement op de website]”

    Stap 5 - Communiceer hoe negatieve gevolgen worden aangepakt

    Verdere uitleg:

    Voorbeeldteksten:
    • “Over de uitvoering van ons engagement- en stembeleid rapporteren wij in [….]. Hierin benoemen wij de voortgang, escalatiestrategieën en bedrijven die zijn verkocht na een onsuccesvolle dialoog.”
    • “Jaarlijks leggen wij aan onze deelnemers en anderen belanghebbenden verantwoording af door [geef aan waar verantwoording wordt afgelegd, bijvoorbeeld publieke rapportage, stakeholder meeting, statement op de website]. Hierin geven wij informatie over de volgende onderwerpen:
      • De gesprekken die wij met externe dienstverleners en bedrijven gevoerd hebben en de resultaten daarvan
      • De actieplannen die wij, onze externe dienstverleners en de bedrijven in onze portefeuille hebben opgesteld om de negatieve gevolgen de voorkomen en te stoppen
      • Onze beslissingen m.b.t. desinvesteringen
      • Onze beslissingen m.b.t. stemmen op aandeelhoudersvergaderingen
      • Etc

    Voorbeeld:

    Stap 6 - Zorg voor herstelmaatregelen of werk hieraan mee wanneer dit van toepassing is

    Verdere uitleg:

    Voorbeeldteksten:
    • “Wanneer ondernemingen in onze beleggingsportefeuille (potentieel) negatieve impact veroorzaken gebruiken wij onze invloed om deze impact te voorkomen en/of te mitigeren en herstel en/of verhaal mogelijk te maken. Dit doen wij onder andere via engagement en/of door te stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.” (zie stap 3)
    • “Wanneer ondernemingen waarin wij beleggen negatieve impact hebben veroorzaakt c.q. daaraan hebben bijgedragen, verlangen wij dat zij herstel en/of verhaal voor benadeelden bieden c.q. daaraan bijdragen. Wanneer ondernemingen waarin wij beleggen direct verbonden zijn met de negatieve impact, verlangen wij dat zij hun invloed aanwenden om herstel en/of verhaal voor benadeelden mogelijk te maken. Wanneer wij zelf ernstige negatieve impact veroorzaakt hebben c.q. hieraan hebben bijgedragen zullen wij zelf herstel en/of verhaal voor benadeelden bieden c.q. daaraan bijdragen.”
  • Art. 3.1c Een toelichtende tekst op thematische aandachtsgebieden, inclusief gebruik van standaarden, die de Deelnemende Pensioenfondsen op basis van informatie komende uit een ESG-due diligence procedure als risicovol beoordelen, en op thematische aandachtsgebieden die volgen uit prioriteiten van de achterban van het betreffende Deelnemende Pensioenfonds.
    Document

    (Verantwoord) Beleggingsbeleid

    Toelichting

    Meer informatie over de thematische aandachtsgebieden vindt u hier en op de website van het convenant.

    Voorbeeld

    Rapporteren thematisch beleid van Pensioenfonds PNO Media.

  • Art. 3.1d Informatie over de activiteiten waar het individuele Deelnemende Pensioenfonds niet in zal beleggen.
    Document

    (Verantwoord) Beleggingsbeleid

    Toelichting

    Er zijn verschillende manieren waarop een pensioenfonds hier invulling aan kan geven. Hieronder worden drie voorbeelden uitgewerkt:

    • Uitsluitingen: sommige pensioenfondsen hebben specifieke criteria op basis waarvan zij beleggingen uitsluiten van het beleggingsuniversum;
    • Insluitingen: andere fondsen hebben juist criteria op basis waarvan zij ondernemingen insluiten in het beleggingsuniversum;
    • Indexaanpassingen: sommige fondsen hebben een aangepaste beleggingsindex en/of selecteren indexen met duurzaamheidskenmerken.

    Het kan zijn dat meerdere van de bovenstaande opties op uw pensioenfonds van toepassing zijn. Wanneer (een van) de opties alleen op specifieke Beleggingscategorieën van toepassing is, kunt u dat aangeven.

    Voorbeeldtekst

    “Wij beleggen niet in [producten/activiteiten] omdat [afweging waarom deze activiteiten/producten zijn uitgesloten]. We hanteren hierbij de volgende definitie: [kwalitatieve en/of kwantitatieve omschrijving, bijvoorbeeld nadere definitie van de producten/activiteiten en grenspercentage van omzet van een onderneming uit bepaalde producten/activiteiten]. Dit is van toepassing op de [alle beleggingen/de volgende Beleggingscategorieën: betreffende categorieën].”

    “Wij beleggen alleen in [activiteiten/producten / ondernemingen/overheden] die voldoen aan de volgende criteria: [criteria]. Dit is van toepassing op de [alle beleggingen/de volgende Beleggingscategorieën: betreffende categorieën].”

    “Wij hebben onze beleggingsindex voor de beleggingscategorie [betreffende categorie] : samengesteld op basis van de volgende criteria: [criteria].”

  • Art. 3.1e De stemaanpak voor beursgenoteerde ondernemingen en de engagement aanpak voor beursgenoteerde ondernemingen en corporate credits, direct of via de uitbesteding, gericht op het stimuleren van langetermijnwaardecreatie bij ondernemingen.
    Document

    Stembeleid / stemrichtlijnen en/of (Verantwoord) Beleggingsbeleid

    Stemaanpak (toelichting & voorbeeldteksten)

    Stemaanpak 
    Voor de stemaanpak voor beursgenoteerde ondernemingen kunt u de volgende teksten als voorbeeldtekst gebruiken:

    De hieronder opgenomen voorbeeldtekst is grotendeels gebaseerd op principe 7 van de Nederlandse Stewardship Code.

    Voorbeeldtekst

    “Wij oefenen ons stemrecht en andere aan aandelen verbonden rechten in beursgenoteerde ondernemingen waarin is belegd op een geïnformeerde manier uit. Dit doen we bij [alle beursgenoteerde ondernemingen waarin we beleggen/omschrijving van de selectie van beursgenoteerde ondernemingen waar wordt gestemd].”

    “Middels onze stemaanpak houden wij toezicht op beursvennootschappen waarin is belegd ten aanzien van materiële aangelegenheden, waaronder, maar niet beperkt tot, het bedrijfsmodel van de vennootschap voor het creëren van langetermijnwaarde, de strategie van de vennootschap, prestaties en risico’s en kansen, de kapitaalstructuur, maatschappelijke en ecologische effecten, corporate governance en corporate actions zoals fusies en overnames. Materiële aangelegenheden zijn aangelegenheden die waarschijnlijk een significant effect zullen hebben op het vermogen van de onderneming om langetermijnwaarde te creëren.”

    “Wij publiceren op onze website: a) ten minste eenmaal per jaar/kwartaal hoe wij hebben gestemd op de algemene vergadering van de beursgenoteerde ondernemingen waarin wij belegd hebben, per individuele onderneming en per stempunt en b) ten minste eenmaal per jaar een algemene beschrijving van ons stemgedrag tijdens algemene vergaderingen van beursgenoteerde ondernemingen waarin wij belegd hebben en een toelichting bij de belangrijkste stemmingen. In het geval dat wij een stem uitbrengen tegen een voorstel van het bestuur of ons onthouden van stemming bij een voorstel van het bestuur, leggen wij de redenen voor ons stemgedrag op eigen initiatief of op verzoek van de beursgenoteerde onderneming uit aan het bestuur van die onderneming.”

    Voorbeeldteksten
    • Heeft uw pensioenfonds een eigen stembeleid of stemrichtlijnen? Dan kunt u daarnaar verwijzen.
      • “Zie ons stembeleid/onze stemrichtlijnen: [link naar stembeleid/stemrichtlijnen].”
    • Sluit uw pensioenfonds zich aan bij het stembeleid/de stemrichtlijnen van (een) externe dienstverlener(s), bijvoorbeeld een fiduciair manager, specifieke ESG-dienstverlener of vermogensbeheerder, dan kunt u naar het stembeleid/de stemrichtlijnen van uw externe dienstverlener(s) verwijzen.
      • “Wij sluiten ons aan bij het stembeleid/de stemrichtlijnen van [naam externe dienstverlener(s)]: [link(s) naar het stembeleid/de stemrichtlijnen externe dienstverlener(s)]. Dit is van toepassing op [al onze beleggingen in beursgenoteerde aandelen/omschrijving van de typen beursgenoteerde aandelen waarop dit van toepassing is].”

    U kunt dan bij de selectie van externe dienstverleners vragen in hoeverre hun stembeleid/stemrichtlijnen aansluiten bij de Nederlandse Stewardship Code.

    Engagementaanpak

    Toelichting & voorbeeldteksten

    In uw engagementbeleid kunt u gebruik maken van de onderdelen “Individual engagement” en “Collaborative engagement” (p.17) van de PRI Investment Policy Guide for Asset Owners[1]. Belangrijke onderdelen om op in te gaan bij individuele engagement zijn:

    • Verwachtingen en (langetermijn)doelen voor engagement inclusief een tijdpad;
    • Het proces voor het identificeren van ESG-risico’s en kansen op basis waarvan prioriteiten worden gesteld voor de dialoog met ondernemingen;
    • ESG-belangen / -zorgen waarover u engagement wilt voeren;
    • Hoe het succes van engagementactiviteiten gemeten wordt;
    • Escalatiestrategieën wanneer ondernemingen niet naar tevredenheid reageren;
    • Transparantie – de mate van rapportage over deze activiteiten.
    Voorbeeldtekst:
    • “Wij gaan in gesprek met bedrijven waar wij (potentiële) negatieve impacts hebben geïdentificeerd.
    • Engagement op basis van negatieve impact bevat voor ons vier doelstellingen:
      • De negatieve impact moet worden beëindigd;
      • De onderneming moet zorgen voor herstel en/of verhaal voor benadeelden;
      • De onderneming moet voldoende maatregelen nemen om toekomstige incidenten te voorkomen;
      • De onderneming moet transparant zijn over de genomen maatregelen.
    • Wij maken tijdsgebonden afspraken met bedrijven en monitoren de voortgang;
    • Waar relevant betrekken wij daarbij stakeholders, inclusief benadeelden: [partijen die u als stakeholder ziet];
    • Daarbij richten wij ons in het bijzonder op ESG-onderwerpen die:
      • Financieel materieel zijn;
      • De meest ernstige negatieve impact voor samenleving en milieu veroorzaken;
      • Voor onze deelnemers van belang zijn.
    • Wij beoordelen een engagementtraject als succesvol als alle tijdgebonden doelen bereikt zijn;
    • Wanneer ondernemingen niet binnen de vooraf gestelde termijn naar tevredenheid reageren op onze engagementinspanningen kunnen wij op de volgende manieren escaleren:
      • Samenwerking met andere beleggers aangaan/intensiveren om de dialoog meer kracht bij te zetten;
      • Stemmen, bijvoorbeeld:
        • Tegen de benoeming van relevante bestuurders;
        • Tegen het beloningsvoorstel van relevante bestuurders;
        • Op aandeelhoudersvoorstellen
      • Samenwerking met andere stakeholders (bijvoorbeeld marktpartijen, vakbonden of maatschappelijke organisaties) aangaan/intensiveren om de dialoog meer kracht bij te zetten;
      • Publieke uitingen om de dialoog meer kracht bij te zetten;
      • Aandeelhoudersvoorstellen in lijn met de doelen van het engagementtraject (mede-)indienen;
      • Juridische procedures opstarten in lijn met de doelen van het engagementtraject.
    • Wij leggen jaarlijks in ons jaarverslag verantwoord beleggen verantwoording af over de engagementtrajecten die we in het jaar daarvoor gevoerd hebben. Voor zover dat geen afbreuk doet aan de effectiviteit van (lopende) engagementtrajecten rapporteren wij over de voortgang en resultaten van engagementtrajecten.”
  • Art. 3.1f Een omschrijving hoe (maatschappelijke) waardecreatie op de lange termijn als een leidend principe door het Deelnemende Pensioenfonds wordt gehanteerd.
    Document

    Beleggingsbeginselen, strategisch beleggingsbeleid en/of (verantwoord) beleggingsbeleid.

    Toelichting

    Principe 2 (p.31) van de Nederlandse Stewardship Code geeft een beschrijving van (maatschappelijke) waardecreatie op de lange termijn voor pensioenfondsen. Zo stelt het eerste principe uit de Stewardship Code dat een stewardshipbeleid gericht moet zijn op “het bevorderen van langetermijnwaardecreatie door beursvennootschappen, in lijn met de fiduciaire verantwoordelijkheid van Pensioenfondsen, levensverzekeraars en vermogensbeheerders om rendement te behalen voor hun begunstigden en cliënten”. Het gaat hierbij niet alleen om het financiële belang voor Pensioenfondsen maar ook om het maatschappelijke belang, waarbij zowel sociale als milieuaspecten worden meegewogen.

    “Bij de beoordeling van de kansen om langetermijnwaarde te creëren, de risico’s, de strategie en de prestaties van de betreffende beursvennootschap, is het van belang om milieu- (waaronder risico’s en kansen gerelateerd aan klimaatverandering), sociale en governance-informatie (waaronder de samenstelling van het bestuur en diversiteit) in overweging te nemen naast financiële informatie.” (Servicedocument Verantwoord en betrokken aandeelhouderschap).

    Het gaat bij dit punt uit het Convenant over de totale beleggingsstrategie van het pensioenfonds. Dit in tegenstelling tot het vorige punt, 3.1e, over engagement en het stimuleren van langetermijnwaardecreatie bij ondernemingen waarin wordt belegd. Het hanteren van langetermijnwaardecreatie als leidend principe kunt u bijvoorbeeld op de volgende manier meenemen in het beleid van een pensioenfonds:

    • Selectie van beleggingscategorieën op basis van reële economische activiteiten en onderliggende waardecreatie;
    • Selectie van strategieën binnen een bepaalde beleggingscategorie, bijvoorbeeld voor private equity een focus op groeistrategieën op middellange termijn;
    • Absolute doelstellingen voor (over)rendement op de lange termijn (in plaats van relatieve doelstellingen ten opzichte van een benchmark);
    • Selectie van vermogensbeheerders, beleggingsfondsen of individuele beleggingstitels op basis van vooruitkijkende strategieën voor de lange termijn (niet alleen op basis van rendementen uit het verleden) en rekening houdend met maatschappelijke waardecreatie (meewegen van ESG- informatie in plaats van alleen financiële informatie);
    • Mandaten / contracten van externe dienstverleners met een voldoende lange looptijd;
    • Waar beloning van externe dienstverleners is gekoppeld aan financiële prestaties, een koppeling aan prestaties over een voldoende lange termijn.

    De opgenomen voorbeeldtekst is hier grotendeels op gebaseerd.

    Verder wordt de volgende toelichting bij principe 2 gegeven:

    • Elke corporate action moet op zijn eigen merites worden beoordeeld, daarbij rekening houdend met de belangen van andere belanghebbenden van de Nederlandse beursvennootschap waarin is belegd.
    • Bij de beoordeling van de kansen om langetermijnwaarde te creëren, de risico’s, de strategie en de prestaties van de Nederlandse beursvennootschappen waarin is belegd, is het van essentieel belang om milieu- (waaronder risico’s en kansen gerelateerd aan klimaatverandering), sociale- en governance-informatie (waaronder de samenstelling van het bestuur en diversiteit) in overweging te nemen naast financiële informatie.
    • Materiële aangelegenheden kunnen ontwikkelingen op korte, middellange en lange termijn omvatten.
    Voorbeeldtekst
    • “Wij streven via onze beleggingen naar (maatschappelijke) langetermijnwaardecreatie. Wij verwerken dit leidend principe op de volgende manier in ons beleid:” (zie toelichting voor beleidselementen)
    • “Wij verwachten van onze dienstverleners overeenkomstig ons beleid en doelstellingen te handelen en streven naar langjarige samenwerking teneinde onze doelstellingen gezamenlijk te realiseren.” (zie toelichting)
    • “Wij beleggen alleen in [activiteiten/producten / ondernemingen/overheden] die voldoen aan de volgende criteria: [criteria]. Dit is van toepassing op de [alle beleggingen/de volgende Beleggingscategorieën: betreffende categorieën].”
    • “Wij hebben onze beleggingsindex voor de beleggingscategorie [betreffende categorie] : samengesteld op basis van de volgende criteria: [criteria].”