Pensioen en scheiding
Als een deelnemer gaat scheiden heeft dat gevolgen voor zijn/haar pensioen. In de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS) is geregeld dat het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap is opgebouwd, wordt verdeeld tussen beide partners ongeacht het huwelijksvermogensregime. Dit wordt verevening genoemd.
Beide ex-partners kunnen ervoor kiezen afwijkende afspraken te maken of af te zien van verdeling van het pensioen. Als de gemaakte afspraken binnen twee jaar na de scheiding aan de pensioenuitvoerder worden gemeld via een speciaal formulier (Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen), dan zal de pensioenuitvoerder te zijner tijd zorgen voor de betaling van een deel van het pensioen van de deelnemer aan de ex-partner.
Daarnaast is in de Pensioenwet bepaald dat er bij scheiding voor de ex-partner een recht ontstaat op bijzonder partnerpensioen. Dit bijzonder partnerpensioen ontstaat alleen als er sprake is van een partnerpensioen op opbouwbasis en wordt toegekend aan gehuwde en geregistreerde partners en ook aan samenwonende partners. Het bijzonder partnerpensioen is niet beperkt tot het partnerpensioen dat is opgebouwd tijdens de huwelijkse periode, maar betreft het volledige partnerpensioen dat is opgebouwd tot aan de scheidingsdatum (dus ook over de voorhuwelijkse periode).
Evaluatie van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Naar aanleiding van een motie van Van Weyenberg van 21 juni 2016 is in 2017 een evaluatie uitgevoerd naar de werking van de WVPS. Op 8 maart 2018 hebben minister Koolmees van SZW en minister Dekker van Justitie en Veiligheid een brief naar de Tweede Kamer gestuurd, waarin een terugkoppeling wordt gegeven van de uitkomsten van de evaluatie. Naast de terugkoppeling van de onderzoeksresultaten wordt in de brief een drietal beleidsvoorstellen gedaan:
- Ga in geval van een scheiding in beginsel uit van een verdeling van de pensioenrechten door middel van conversie in plaats van verevening, tenzij beide ex-partners bewust kiezen voor verevening. Conversie betekent dat de ex-partner een eigen aanspraak op ouderdomspensioen krijgt en niet langer afhankelijk is van de ingangsdatum van het pensioen van de deelnemer.
- Laat het formulier "Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen” vervallen en laat pensioenuitvoerders in geval van een scheiding contact zoeken met de deelnemer en zijn/haar partner, met de mededeling dat er een conversie zal plaatsvinden, tenzij binnen x-periode wordt gemeld dat beide partners hiervan afzien.
- Beperk het bijzonder partnerpensioen tot de huwelijkse periode.
De beleidsvoorstellen zijn uitgewerkt in een concept wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is op 10 december 2018 ter consultatie gepubliceerd op internet. De reactieperiode liep tot 24 januari 2019. De Pensioenfederatie heeft hier ook op gereageerd.
Wetsvoorstel Wet pensioenverdeling bij scheiding ingediend
Op 16 september 2019 is het wetsvoorstel Wet pensioenverdeling bij scheiding (WPS) 2021 ingediend. In het wetsvoorstel wordt conversie het uitgangspunt in plaats van verevening.
De pensioenuitvoerder gaat, op basis van een melding van de ingeschreven scheiding vanuit de Basisregistratie Personen (BRP), over tot verdeling van het pensioen door middel van conversie tenzij de ex-echtgenoten binnen 6 maanden stukken overleggen waarin afwijkende/andere afspraken zijn overeengekomen. Zij kunnen laten weten dat zij nog 6 maanden extra nodig hebben. Deze extra termijn is uitdrukkelijk niet bedoeld om pas dan over mogelijke afspraken te gaan nadenken.
De helft van het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen en de helft van het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde partnerpensioen worden omgezet in een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen voor de tot verdeling gerechtigde echtgenoot. Over de manier waarop dit berekend wordt, wordt nog overlegd.
Partners kunnen in onderling overleg nog steeds van deze wettelijke verdeling afwijken. Door bijvoorbeeld:
- af te zien van de wettelijke verdeling;
- te kiezen voor verevening in plaats van conversie in een aantal uitzonderingssituaties;
- te kiezen voor een andere periode van verdeling dan de huwelijkse periode (bijvoorbeeld periode samenwoning voorafgaande aan het huwelijk wordt meegenomen);
- ervoor te kiezen dat een ander deel dan de helft van de opbouw tijdens de huwelijkse periode wordt verdeeld.
Net zoals onder de WVPS geldt de WPS 2021 niet voor ongehuwd samenwonenden. Zij kunnen wel overeenkomen dat het pensioen wordt verdeeld conform de WPS 2021, mits de uitvoerder bereid is daaraan mee te werken. Belangrijk is dat de ongehuwd samenwonende partner wel recht heeft op een bijzonder partnerpensioen op basis van artikel 57 Pensioenwet, maar dus geen recht heeft op verdeling van het ouderdomspensioen.
Volgens nieuwe communicatievoorschriften moeten de effecten van een pensioenverdeling na scheiding op ouderdoms- en partnerpensioen zichtbaar gemaakt worden via mijnpensioenoverzicht.nl. Dat geldt ook voor vereveningen en bijzondere partnerpensioenen op basis van de huidige regelgeving. Daarvoor geldt op basis van het voorgenomen besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wel een overgangstermijn van vijf jaar.
Ook het conceptbesluit dat hoort bij de wet, is ter consultatie aangeboden. De reactie van de Pensioenfederatie is op 31 december 2019 gepubliceerd.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid liet op 21 april 2020 weten dat de inwerkingtreding van de WPS op 1 januari 2022 wordt gesteld. Scheidingsprofessionals en pensioenuitvoerders krijgen op deze manier meer tijd om het wetsvoorstel te implementeren. Het ministerie van SZW liet in het Nader Rapport naar aanleiding van het advies van de Raad van State van het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen weten dat de inwerkingtreding van de Wet pensioenverdeling bij scheiding op 1 januari 2027 wordt gesteld. Dit Nader Rapport bij het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen legt ook verband met het zogeheten ‘pensioenverweer’ uit artikel 1:153 van het Burgerlijk Wetboek en de ‘zware IT-lasten’ van zowel het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen als Wet pensioenverdeling bij scheiding. Daarbij wordt gedacht aan overgangsmaatregelen in lijn met de WPS. Op 15 januari 2024 liet de minister aan de Tweede Kamer weten dat substantiële wijzingen worden voorbereid en dat deze wijzigingen worden voorgelegd aan de Raad van State. Met het extra jaar voor de transitie wordt ook de inwerkingtreding uitgesteld naar 1 januari 2028.
Scheidingsprofessionals en pensioenuitvoerders krijgen met dit uitstel meer tijd om het wetsvoorstel te implementeren. En burgers worden niet geconfronteerd met de samenloop van een transitie van het pensioenstelsel en ook niet met complexe wijzigingen in de pensioenverdeling bij scheiden.
Leden van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars werken in een koepelwerkgroep samen om de communicatie met deelnemers rond het wetsvoorstel vorm te geven. Voor deelnemers en pensioengerechtigden in scheiding is het van belang dat zij tijdens een scheiding goed geïnformeerd worden over de gevolgen voor hun pensioen en van verschillende pensioenuitvoerders vergelijkbare informatie krijgen over de verwerking van de afspraken die zijn gemaakt.
Inzet Pensioenfederatie
De Pensioenfederatie vindt het positief dat het wetsvoorstel een oplossing biedt voor enkele knelpunten die geconstateerd zijn in de evaluatie. Door conversie de hoofdregel te maken wordt de afhankelijkheid tussen beide ex-partners doorbroken. De ex-partner krijgt dan namelijk een eigen aanspraak op ouderdomspensioen en is op gebied van pensioen niet langer afhankelijk van de keuzes die de deelnemer maakt. In de WPS zullen pensioenuitvoerders straks uit eigen beweging in actie komen na een scheidingsmelding, wat voorkomt dat ex-partners ongewild met lege handen staan.
Helaas constateren wij dat het wetsvoorstel tot nieuwe knelpunten zal leiden. Eén daarvan is het feit dat bij conversie het aanbieden van een keuze voor bijzonder partnerpensioen niet zinvol is. Een ander belangrijk knelpunt is dat als de ex-partners andere afspraken willen maken dan de hoofdregel deze afwijkende afspraken gemeld moeten worden bij de pensioenuitvoerder. Vergeet men dat, dan volgt er een onherroepelijke conversie.
Een pensioenplan helpt mensen bewuste keuzes te maken en problemen te voorkomen
Pensioen is een complex onderwerp. Bij de evaluatie is geconstateerd dat er onvoldoende bekendheid is van de wet bij scheidingsprofessionals en burgers als het om pensioen gaat. Gevolg is dat pensioen onvoldoende aandacht krijgt bij de scheiding. En dat terwijl het na de eigen woning vaak een van de grootste vermogensbestanddelen is om te verdelen. Met dit nieuwe wetsvoorstel wordt het belang dat men bewuste afspraken maakt over de verdeling van pensioen nog groter dan nu. Als er immers geen bewuste keuzes worden gemaakt, dan volgt er een onherroepelijke conversie. In de reactie op de internetconsultatie heeft de Pensioenfederatie de overheid opgeroepen om ervoor te zorgen dat ex-partners geholpen worden om bewuste afspraken te maken bij de scheiding. Dit kan door de introductie van een pensioenplan (vergelijkbaar met een ouderschapsplan). Verder doen wij in onze reactie voorstellen om de regels inzake pensioen en scheiden nog verder te moderniseren en te vereenvoudigen. Belangrijk is ook dat ruime overgangstermijnen worden geboden. Het implementeren van de nieuwe werkwijze vraagt aanpassing van IT-systemen. Dergelijke aanpassingen vragen tijd.
Nieuws en achtergronden
In de tweede helft van 2017 hebben het Actuarieel Genootschap (AG) en SEO in opdracht van SZW een aantal vragen nader onderzocht. Het AG heeft met name onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om in plaats van verevening uit te gaan van conversie als standaard. Daarnaast is gekeken naar mogelijkheden om de rekenregels voor de verdeling te vereenvoudigen.
SEO heeft onderzocht wat de consequenties zijn als het partnerbegrip in de WVPS wordt uitgebreid naar samenwonende partners. Daarnaast is onderzocht wat de consequenties zijn als ook kleine ouderdomspensioenen voor verdeling in aanmerking zouden komen en wat de consequenties zijn als er geen bijzonder partnerpensioen meer hoeft te worden afgesplitst als het bedrag onder de afkoopgrens ligt.